De opleider beëindigde de opleiding van de aios omdat het vanaf het begin van de opleiding schortte op de competentiegebieden communicatie, samenwerking, organisatie en professionaliteit en meer algemeen de leerbaarheid en het toepassen van gegeven feedback. De aios was het daar niet mee eens. Hij stelde zich op het standpunt dat het opleidingsinstituut niet had onderbouwd dat de opleiding moeizaam zou zijn verlopen en er twijfels bestonden over zijn competenties. Zijns inziens waren er onvoldoende objectieve, valide en concrete criteria vastgesteld en getoetst op grond waarvan zou zijn gebleken dat hij niet leerbaar was. Ook is hij van mening dat, indien hij niet goed had gefunctioneerd, de opleiding op een eerder moment beëindigd had moeten worden.

De geschillencommissie stelde vast dat de aios gedurende meerdere perioden arbeidsongeschikt was geweest en op het moment van beëindiging van de opleiding al meer dan een jaar arbeidsongeschikt was.

De geschillencommissie constateerde dat vanwege de arbeidsongeschiktheid van de aios het onduidelijk was of, en zo ja, wanneer de aios het eerste opleidingsjaar had afgerond.

Voor zover de beëindiging van de opleiding niet op een regulier moment in de opleiding had plaatsgevonden, moest sprake zijn van een bijzondere omstandigheid die aanleiding kon zijn de opleiding op een ander moment voortijdig te beëindigen.

De geschillencommissie oordeelde dat daarvan in dit geval sprake was. De instituutsopleider had voldoende aannemelijk gemaakt dat het, gegeven de omstandigheden dat de aios arbeidsongeschikt was, zonder duidelijk zicht op herstel, er langdurige twijfels bestonden over meerdere competenties en er meerdere bijzondere eisen aan een praktijkopleider werden gesteld, niet mogelijk was een geschikte arbeidsplek voor de aios te vinden.

Gelet op deze bijzondere combinatie, konden het hoofd van het opleidingsinstituut en de instituutsopleider tot de conclusie komen dat de aios niet opleidbaar was en hebben zij de opleiding van de aios voortijdig kunnen beëindigen.

Het verzoek van de aios werd afgewezen.