Ongewenst, grensoverschrijdend of ontwrichtend gedrag ondermijnt een gezond en veilig leer- en werkklimaat. Dit gedrag kan zowel opzettelijk als onopzettelijk plaatsvinden. Het gaat onder meer om gedrag waar anderen aanstoot aan kunnen nemen of dat schade kan veroorzaken. Seksueel wangedrag, intimidatie en (be)dreigen zijn voorbeelden van dit soort gedrag. Dit gedrag kan zich ook uiten in taalgebruik, misplaatste grappen, of collega’s afvallen in het bijzijn van patiënten. Als arts streef je naar een werk- en leerklimaat waarin het gewoon is dat je dergelijk gedrag met elkaar bespreekt en aanpast. Wanneer je ongewenst, grensoverschrijdend of ontwrichtend gedrag opmerkt of ervaart, bespreek je het met de betreffende collega, zo nodig na overleg met een vertrouwenspersoon. Je onderneemt verdere actie als dat nodig is, zoals een melding doen binnen of buiten de organisatie. Dit doe je ook als je merkt dat het gedrag van een collega schade of risico’s voor patiënten veroorzaakt en bij het (vermoeden van) structureel disfunctioneren van een collega. En wanneer jij zelf wordt gewezen op ongewenst, grensoverschrijdend of ontwrichtend gedrag, neem je dit serieus en stel je je open op. Een gezond en veilig leer- en werkklimaat staat en valt met een open en reflectieve houding van iedereen.