Dit betekent niet dat je helemaal geen onderscheid mag maken als je zorg verleent. Er zijn namelijk wel (medisch) relevante verschillen aan te wijzen die rechtvaardigen dat je onderscheid maakt tussen mensen, zonder dat dit discriminatie oplevert. In de zorg spelen bepaalde factoren een andere rol dan in andere maatschappelijke sectoren. Bijvoorbeeld leeftijd of geslacht. Deze factoren kunnen namelijk relevant zijn om te bepalen welke zorg medisch het meest geschikt en verantwoord is. Hierdoor is het soms nodig om onderscheid te maken tussen (groepen) mensen. In zo’n geval is dit onderscheid terecht. Bovendien is het maken van onderscheid soms juist essentieel om goede zorg te garanderen, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van verschillende hulpvragen of zorgbehoeftes bij patiënten. Ook dan kan het maken van onderscheid dus gerechtvaardigd zijn. Maar discriminatie is nooit acceptabel, ook niet in de zorg. Het minimumvereiste dat de samenleving van jou als arts mag verwachten, is dat je het gelijkheidsbeginsel en het non-discriminatiebeginsel respecteert. Dit om de toegang tot gezondheidszorg voor iedere patiënt op gelijke wijze te waarborgen.