- WGBO
De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO, onderdeel van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (BW)) regelt de juridische relatie, en daarmee een goede samenwerking tussen de arts en de patiënt. De wet beoogt de rechten van de patiënt te verduidelijken en te versterken, rekening houdend met de verantwoordelijkheid van de arts voor haar of zijn handelen als goed hulpverlener. De WGBO verplicht de arts te zwijgen over alle informatie die zij of hij gedurende haar of zijn werkzaamheden over de patiënt te weten komt, tenzij sprake is van een van de genoemde uitzonderingen (artikel 7:457 BW). De WGBO verplicht de arts ook om handelingen in het kader van de behandeling in principe buiten waarneming van anderen dan de patiënt te verrichten (artikel 7:459 BW). - Wet BIG
De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) regelt de bescherming van beroeps- en opleidingstitels van beroepen in de gezondheidszorg, en regelt het publiekrechtelijk tuchtrecht. Het doel van de Wet BIG en het tuchtrecht is om de kwaliteit van de beroepsuitoefening te bevorderen en te bewaken, en om de patiënt te beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen van een arts. De zwijgplicht is ook in de Wet BIG vastgelegd (artikel 88 Wet BIG). - Wetboek van Strafrecht
In het Wetboek van Strafrecht (Sr) staan de misdrijven en overtredingen die strafrechtelijk kunnen worden vervolgd. Artsen die in het kader van hun beroep een misdrijf plegen of een overtreding begaan, kunnen hiervoor strafrechtelijk worden vervolgd. Het opzettelijk schenden van het beroepsgeheim is een misdrijf en kan strafrechtelijk worden vervolgd (artikel 272 Sr). - UAVG
In Nederland is de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) op een aantal punten nader uitgewerkt in de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (UAVG). Ten aanzien van het verwerken van gezondheidsgegevens verplicht de UAVG dat dit door een iemand met een (wettelijke) geheimhoudingsplicht gebeurt (artikel 30, lid 4 UAVG). - Wpg
De Wet publieke gezondheid (Wpg) regelt de taken en bevoegdheden van de overheid op het terrein van de publieke gezondheidszorg. Op basis van de Wpg kunnen gezondheidsbeschermende en -bevorderende maatregelen worden getroffen voor de bevolking als geheel of voor specifieke groepen ter voorkoming of vroegtijdige opsporing van ziekten. De Wpg verplicht de arts in sommige gevallen om een melding te doen bij de gemeentelijke gezondheidsdienst, bijvoorbeeld wanneer de arts een meldingsplichtige infectieziekte zoals tuberculose, MERS, of polio vaststelt bij een patiënt.