Bij een doorhaling kan het tuchtcollege ook beperkingen opleggen aan het beroepsmatig handelen binnen de individuele gezondheidszorg als de ‘gedragingen van de beroepsbeoefenaar een gevaar kunnen opleveren voor de veiligheid van personen’. In het meest extreme geval kan dit leiden tot een algeheel beroepsverbod. In dat geval mag de beroepsbeoefenaar op geen enkele wijze meer werkzaam zijn binnen de individuele gezondheidszorg en dus geen patiënten behandelen. 

Zonder beroepsverbod (en dus enkel een doorhaling), mag een beroepsbeoefenaar nog wel werkzaam zijn in de individuele gezondheidszorg (patiënten behandelen), kan hij in opdracht van een bevoegde beroepsbeoefenaar - indien daartoe bekwaam - voorbehouden handelingen verrichten en mag hij nog wel andere beroepen in de individuele gezondheidszorg uitoefenen.  Ook kan het RTG een klacht gegrond verklaren zonder een maatregel op te leggen.