Ruim de helft van de artsen werkt buiten het ziekenhuis, extramuraal. Zij zijn belangrijk voor de volksgezondheid, zorg en arbeidsparticipatie in Nederland, en maken ook de beweging mogelijk naar meer preventie, zorg in de thuissituatie en het terugdringen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Binnen vrijwel alle extramurale specialismen zijn nu al tekorten aan artsen en de verwachting is dat deze tekorten in de toekomst zullen toenemen, als er niets verandert.
Met de Actieplannen Meer Extramurale Artsen werken alle kernspelers uit het extramurale veld samen aan een gerichte aanpak om deze tekorten aan te pakken. In opdracht van de NFU en KNMG heeft de werkgroep, die bestaat uit achttien organisaties en verenigingen, het gehele traject geanalyseerd; van toelatingsselectie voor de studie geneeskunde tot het opleiden van en werken als geneeskundig specialist. Daarbij zijn acht problemen geselecteerd die als eerste moeten worden aangepakt, met voor elk vraagstuk een uitgewerkt actieplan.
In 2024/2025 worden de actieplannen uitgevoerd.
Meer informatie per actieplan vind je in het rapport Actieplannen Meer Extramurale Artsen.
Voor de acht actieplannen zijn trekkers aangesteld die een subwerkgroep hebben samengesteld voor hun actieplan waarin de relevante veldpartijen zijn vertegenwoordigd. De eerste bijeenkomsten van deze subwerkgroepen hebben plaatsgevonden. Tijdens deze bijeenkomsten zijn prioriteiten gesteld en werkafspraken gemaakt voor de actieplannen.
De trekkers bespreken samen met de projectgroep Meer Extramurale Artsen (bestaande uit de NFU- en KNMG-bureaus en voorgezeten door Menno Reijneveld (UMCG) tijdens trekkersoverleggen de voortgang, vragen, best practices en hoe elkaar te versterken.
In oktober 2024 kwamen trekkers, betrokken ministeries, aiossen en geneeskundestudenten bijeen om onderling ideeën uit te wisselen. Belangrijke thema’s die centraal stonden:
De bijeenkomst leidde tot waardevolle inzichten en afspraken, waarmee we gezamenlijk de volgende stappen kunnen zetten.