Artsen in opleiding tot specialist (aiossen) hebben meer duidelijkheid over hun avond-, nacht- en weekenddiensten (anw-diensten). Het afgelopen jaar zorgde het College Geneeskundige Specialismen (CGS) ervoor dat in vrijwel alle landelijke opleidingsplannen duidelijker is omschreven hoe de regeling voor anw-diensten in elke opleiding eruitziet. Het CGS gaat er daarbij vanuit dat in beginsel maximaal 25% van de contractuele arbeidsduur aan deze diensten besteed mag worden.
Voorzitter Jambroes: “Hierdoor wordt beter geborgd dat aiossen anw-diensten doen in het kader van hun opleiding en niet alleen voor bedrijfsvoering. Er is ook meer uniformiteit tussen de opleidingen in het maximaal aantal diensten.” Het CGS heeft een overzicht gemaakt waarop per opleiding te zien is hoe het uitgangspunt van 25% is ingevuld. In de opleidingsplannen staat dit uitgebreider beschreven, onder andere dat de diensten altijd een leercomponent hebben.
CGS-lid Jeyaratnam, aios gynaecologie: ‘Dit geeft wel de nodige sturing aan de opleiding. De kans op misverstanden bij het plannen van anw-diensten is nu kleiner geworden. We weten als aiossen nu ook beter waar we aan toe zijn."
Het CGS ziet dit als een belangrijke ontwikkeling: het onderwerp anw-diensten staat nu goed op de kaart, en de relatie tussen anw-diensten en opleiding is beter geborgd. Het CGS blijft aandacht houden voor de anw-diensten. Het CGS houdt het overzicht actueel en wil ervoor zorgen dat de kern van de regeling voor anw-diensten in elk specifiek besluit wordt vastgelegd.