Ik (psychiater) heb een gescheiden moeder onder behandeling vanwege een ernstige depressie. Ik maak mij ernstig zorgen over haar drie jonge kinderen, die bij haar wonen. Zij zien hun vader één dag per twee weken en ik heb het vermoeden dat hij ze mishandelt. Ik wil graag met moeder in gesprek om mijn zorgen over de kinderen te bespreken. Moet ik ook met vader in gesprek over mijn vermoedens?
De KNMG-meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld schrijft in stap 3 van het ‘Stappenplan (vermoeden van) Kindermishandeling en huiselijk geweld’ voor dat je aanwijzingen en signalen van kindermishandeling en huiselijk geweld bespreekt met de betrokkenen. Bij kindermishandeling worden onder ‘betrokkenen’ in ieder geval verstaan: de minderjarige(n) en de gezagdragende ouder(s) of andere vertegenwoordiger(s). Openheid richting de betrokkenen is het uitgangspunt. Slechts in zeer bepaalde gevallen mag je van dit gesprek afzien, namelijk als:
Toegepast op het voorliggende geval betekent dit dat je je vermoedens in beginsel ook met vader moet bespreken. Je mag hier alleen van afzien als sprake is van een van de hiervoor genoemde uitzonderingen.
In het ‘Stappenplan (vermoeden van) Kindermishandeling en huiselijk geweld’ is vastgelegd welke stappen je moet zetten als je een vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld heeft. Stap 3 van dit stappenplan is het voeren van een gesprek met de betrokkene(n).1 In dit gesprek leg je uit welke zorgen je hebt en waardoor die zorgen zijn ontstaan; welke aanwijzingen en signalen roepen de zorgen op?
Het doel van dit gesprek is onder andere om de visie van de betrokkenen te horen en bij hen na te gaan of zij in staat zijn en bereid zijn om de hulp te aanvaarden die je nodig vindt om de risico’s beheersbaar te houden. Het kan zijn dat het vermoeden van kindermishandeling door het gesprek wordt weggenomen en je het onderzoek kunt afronden.
Afzien van een gesprek
Omdat openheid het uitgangspunt is, kan slechts in zeer beperkte gevallen worden afgezien van het gesprek met de betrokkenen, namelijk als:
Wat als ik vader niet kan bereiken?
Van jou wordt gevraagd om naar redelijkheid inspanningen te doen om in contact te komen met vader. Dit houdt in dat je – tenzij de tijd dat niet toelaat vanwege zwaarwegende belangen van anderen – ten minste een aantal pogingen tot contact doet. Wordt niet tijdig op je oproepen gereageerd, dan maak je de afweging of het, gelet op de ernst van de signalen, noodzakelijk is om vervolgstappen te zetten. Je legt in het dossier vast wat je hebt ondernomen om vader te bereiken en welke afwegingen je hebt gemaakt. Beslis je de pogingen tot contact voort te zetten, dan maak je regelmatig opnieuw de hiervoor beschreven afweging. Beslis je om een vervolgstap te zetten zonder dat je vader hebt kunnen spreken, dan informeer je vader per aangetekende brief en/of per mail met een ontvangstbevestiging, over de signalen en de vervolgstappen die je hebt gezet. Daarbij nodig je hem uit om contact met je op te nemen.
Informeren over melding aan VT
Als je – na het doorlopen van de overige stappen – besluit een melding bij VT te doen, moet je de betrokkenen hierover in beginsel inlichten. Daarbij leg je uit dat je een melding doet, waarom je dat doet en wat er gemeld wordt. Zie voor meer informatie hierover stap 5 van het Stappenplan (vermoeden van) Kindermishandeling en huiselijk geweld.
1 In geval van kindermishandeling gaat het in ieder geval om: de minderjarige(n) en de gezagdragende ouder(s) of andere vertegenwoordiger(s).