Verleg de focus van tellen naar inhoud. Dat is de visie van prof. dr. Albert Scherpbier op effectieve kwaliteitsverbetering. Hij is voorzitter van de commissie Scherpbier 2.0. Deze commissie houdt zich bezig met de actualisatie van de ‘Scherpbier-indicatoren voor opleidingskwaliteit’ uit 2008. Scherpbier spreekt van uit deze rol op het MMV-congres Voortdurend Bewegen over kwaliteitsbevordering van de vervolgopleidingen.
Scherpbier: “Nu wordt vaak vooral gekeken naar getallen. Er moeten teveel formulieren worden ingevuld: hoe vaak is de aios geobserveerd? Hoe vaak heeft de aios feedback gekregen? Maar belangrijker is hoe de aios feedback krijgt en wat daarmee wordt gedaan.
De kern is dat opleidingen continu bezig willen en kunnen zijn met het verbeteren. Door het voortdurend doorlopen van een kwaliteitscyclus en het signaleren van verbeterpunten die hieruit voortkomen. Het is niet zo erg als iets niet helemaal goed gaat; het gaat erom dat er in de loop van de tijd verbeteringen plaatsvinden.“
Albert Scherpbier vervolgt: “Op dit moment overleggen we binnen Scherpbier 2.0 met de betrokkenen om te kijken hoe we de interne en externe processen effectief en efficiënt op elkaar zouden kunnen afstemmen. De kern is dat de interne kwaliteitszorg steeds op de agenda moet staan. Als dat zo is, kan de externe kwaliteitszorg, die maar eens in de zoveel jaar plaatsvindt, daarop voortbouwen. We streven daarbij naar een meer globale invulling, zodat de verantwoordelijkheid en precieze uitwerking dichter ligt en beter past bij de opleiding zelf.”
Prof. dr. Albert Scherpbier sprak op het MMV-congres Voortdurend Bewegen op 10 december 2014 om 09.45 uur.