De keel-, neus- en oorheelkunde arts (KNO-arts) houdt zich bezig met de behandeling van aandoeningen aan keel, neus en oren. Hier horen ook heelkundige ingrepen aan deze organen en overige hoofd-halsaandoeningen bij zoals zwellingen in de speekselklieren. Ook de grotere operaties van dit deel van het lichaam worden door de specialist zelf uitgevoerd, eventueel in combinatie met bijvoorbeeld een vaat- of plastisch chirurg. De KNO-arts spendeert ongeveer 75% van zijn tijd aan spreekuren en 25% aan het doen van ingrepen, zoals opereren en poliklinische behandelingen.
Voor het specialisme ‘keel-neus-oorheelkunde’ volg je de basiscursus heelkunde, zoals die onder auspiciën van het Collegium Chirurgicum Neerlandicum wordt gegeven. Er wordt gestructureerd cursorisch onderwijs gevolgd in gehoor en evenwicht, neus-neusbijholten en allergie, stem-spraak-taal, hoofd-hals. Tevens zijn er facultatieve onderwijsmodules mogelijk, tot een maximum van twee: sociale geneeskunde, diagnostiek en revalidatie, onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
Keel-neus-oorheelkunde is een erkende vervolgopleiding. Dit betekent dat de opleiding onder toezicht staat van de twee KNMG-organen, CGS en RGS. Zij houden in de gaten wie welke opleiding volgt. Ook controleren ze of de arts in opleiding aan alle eisen voldoet om de titel te mogen voeren en of deze de titel in de toekomst mag behouden.
De opleiding duurt 5 jaar. Deze bestaat uit een basisgedeelte van vier jaar en een differentieel deel van een jaar. In dit laatste jaar wordt een opleidingsaccent gelegd, waarbij gekozen kan worden uit rhinologie, otologie, laryngologie of hoofd-halschirurgie.
Er zijn ongeveer 20 plekken per jaar.
Het Medisch profielenboek bevat informatie over de dagelijkse praktijk van artsen uit de medische specialismen. In het onderdeel keel-neus-oorheelkunde geven artsen aan hoe hun keuzeproces is verlopen en hoe tevreden zij hiermee zijn. Verder lees je hoe deze groep artsen hun werk beleven en waarderen.