Als kinderarts houd je je, logischerwijs, bezig met het diagnosticeren en behandelen van ziekten en aandoeningen zoals die voorkomen bij kinderen en adolescenten. Dit begint bij de opvang van de prematuur geborene en eindigt bij 18 jarige leeftijd.
Een kinderarts onderscheidt zich van andere medisch specialisten door kennis van de groei en ontwikkeling van kinderen in verschillende levensfasen. Een belangrijk aspect daarvan is de integratie van lichamelijke, psychische en sociale ontwikkeling van kinderen. De kinderarts werkt daarbij niet alleen curatief, maar zeker ook preventief en heeft ook een unieke rol in ethische besluitvorming. Bij dit alles is een goede relatie met ouders of verzorgers van groot belang. Zij zullen namelijk altijd betrokken zijn bij de opvang, onderzoek, behandeling en nazorg.
Naast de algemene kindergeneeskunde kan een kinderarts zich specialiseren in orgaan- of ziektebeeldgerichte subspecialismen, zoals kinderpulmonologie, kindernefrologie, kinderneurologie, kinderoncologie en dergelijke. De neonatologie is een heel specifiek subspecialisme in de kindergeneeskunde.
Promoveren om in opleiding te komen voor kindergeneeskunde? Je kan je ook anders onderscheiden vertelde Marrit van Zanten ons tijdens de KNMG Carrièrebeurs.
Kinderarts is een erkende vervolgopleiding. Dit betekent dat de opleiding onder toezicht staat van de twee KNMG-organen, CGS en RGS. Zij houden in de gaten wie welke opleiding volgt. Ook controleren ze of de arts in opleiding aan alle eisen voldoet om de titel te mogen voeren en of deze de titel in de toekomst mag behouden.
De opleiding duurt 5 jaar.
Er zijn 39 plekken per jaar.
Het Medisch profielenboek bevat informatie over de dagelijkse praktijk van artsen uit de medische specialismen. In het onderdeel kindergeneeskunde geven artsen aan hoe hun keuzeproces is verlopen en hoe tevreden zij hiermee zijn. Verder lees je hoe deze groep artsen hun werk beleven en waarderen.