Nucleaire geneeskunde en moleculaire radiologie is het deelgebied binnen de radiologie waarin biologische en pathofysiologische processen op moleculair niveau in beeld worden gebracht, gediagnosticeerd en behandeld. Dit vindt plaats door middel van open bronnen van radioactieve stoffen of andere moleculaire beeldvormingstechnieken, veelal in combinatie met anatomische beeldvorming. Het is de specifieke en uitgebreide kennis op het gebied van straling in samenhang met de biodistributie en de kinetiek van de gebruikte farmaca of lichaamseigen moleculen in combinatie met de gebruikte detectieapparatuur (gammacamera’s, SPECT, PET, CT, MR) die het deelgebied onderscheidt van andere radiologische deelgebieden en klinische specialismen.
Bij afronding van de differentiatie is de nucleair radioloog breed geschoold in de nucleaire geneeskunde en moleculaire radiologie en heeft daarnaast de competenties van de algemeen radioloog. De nucleair radioloog zal volledig inzetbaar zijn op een afdeling Nucleaire geneeskunde of een spilfunctie vervullen op een gecombineerde afdeling Radiologie en Nucleaire geneeskunde. De nucleair radioloog zal op een afdeling primair verantwoordelijk zijn voor de implementatie en uitvoering van diagnostische en therapeutische verrichtingen met radioactiviteit. Verslaglegging van diagnostische verrichtingen zal op gecombineerde afdelingen kunnen plaatsvinden in samenwerking met radiologen van andere radiologische deelgebieden. Op afdelingen met een RGS opleidingserkenning voor nucleaire stages zal de nucleair radioloog een belangrijke rol vervullen in de common trunk opleiding en een cruciale rol hebben in de differentiatie Nucleaire geneeskunde en moleculaire radiologie alsmede in orgaandifferentiaties waar nucleair geneeskundige competenties verworven moeten worden.
De arts in opleiding tot specialist (aios) dient tijdens de opleiding kennis en kunde te verkrijgen in alle soorten en vormen van radiologische diagnostiek, zoals angiografie, computertomografie en echografie, en nucleaire in-vivo-diagnostiek. Tevens dient de aios kennis te verkrijgen van de apparatuur (techniek, mogelijkheden, beperkingen), verschillende beeldvormende technieken en de methoden van beoordelen en verslagleggen van radiologische verrichtingen. Tijdens de opleiding wordt er ook aandacht besteed aan de bescherming tegen de gevaren van ioniserende straling en stoffen, zowat betreft de patiënten als de radiologische werkers, de radiobiologie en de stralen-genetica.
Per 1-7-2015 is de opleiding nucleaire geneeskunde gefuseerd met de opleiding tot radioloog. Na een gemeenschappelijk deel van 2 ½ jaar volgt een tweede deel van 2 ½ jaar. Eén jaar hiervan wordt in stages besteed aan algemene radiologie en een deel dat varieert van 6 tot 18 maanden aan de differentiatie. De differentiaties zijn: abdominale, cardiothoracale, interventie-, kinder-, mammo-, muskuloskeletale, neuro/hoofd-hals en nucleaire radiologie. Het is bij enkele combinaties mogelijk twee differentiaties te doen.
Nucleaire geneeskunde is een erkende vervolgopleiding. Dit betekent dat de opleiding onder toezicht staat van de twee KNMG-organen, CGS en RGS. Zij houden in de gaten wie welke opleiding volgt. Ook controleren ze of de arts in opleiding aan alle eisen voldoet om de titel te mogen voeren en of deze de titel in de toekomst mag behouden.
De opleiding duurt 5 jaar.
Radiologie en nucleaire geneeskunde hebben samen 62 plekken.
Het Medisch profielenboek bevat informatie over de dagelijkse praktijk van artsen uit de medische specialismen. In het onderdeel nucleaire geneeskunde geven artsen aan hoe hun keuzeproces is verlopen en hoe tevreden zij hiermee zijn. Verder lees je hoe deze groep artsen hun werk beleven en waarderen.