De elf artikel-3-beroepen zijn:1
Voor de elf bovenstaande beroepen geldt de zwaarste regeling. De titels van de artikel-3-beroepen zijn wettelijk beschermde beroepstitels.
Lees meer
Specialistentitels
Naast een wettelijk erkende beroepstitel mogen sommige apothekers, artsen, gezondheidszorgpsychologen, tandartsen en verpleegkundigen een wettelijk erkende specialistentitel voeren (artikel 14 Wet BIG).
Lees meer
De artikel-3-beroepsbeoefenaren vallen onder het publiekrechtelijk tuchtrecht (artikel 47 Wet BIG).
Lees meer
In artikel 36 Wet BIG is per voorbehouden handeling vastgelegd welke artikel-3-beroepsbeoefenaren deze handeling zelfstandig mogen indiceren en uitvoeren en welke voorwaarden daarvoor gelden. Het gaat om zes van de elf artikel-3-beroepen. Het betreft artsen, klinisch technologen, physician assistants, tandartsen, verloskundigen en verpleegkundig specialisten.
Lees meer
Beroepsbeoefenaren die zelfstandig bevoegd zijn om bepaalde voorbehouden handelingen te indiceren en verrichten, kunnen niet-zelfstandig bevoegden (beroepsbeoefenaren volgens de Wet BIG of anderen) onder voorwaarden ook opdracht geven een bepaalde voorbehouden handeling uit te voeren2. Zo kan een arts een verzorgende in de individuele gezondheidszorg de opdracht verstrekken een injectie met pijnstilling toe te dienen aan een patiënt. De voorwaarden zijn vastgelegd in artikel 35 en 38 Wet BIG. Zo moet de opdrachtgever in redelijkheid hebben kunnen aannemen dat de opdrachtnemer voldoende bekwaam is, zo nodig aanwijzingen geven en zorgen voor toezicht en tussenkomst bij de uitvoering van de voorbehouden handeling. De opdrachtnemer moet bij zichzelf nagaan of hij voldoende bekwaam is om de voorbehouden handeling uit te voeren.
Lees meer
Voor twee artikel-3-beroepen – de verpleegkundigen en (binnen die beroepsgroep) de ambulanceverpleegkundigen3 – geldt een bijzondere regeling ten aanzien van het in opdracht uitvoeren van bepaalde voorbehouden handelingen (artikel 39 Wet BIG).
Lees meer
Voor drie groepen gespecialiseerde verpleegkundigen geldt op basis van artikel 36 lid 14 onderdeel d Wet BIG dat zij een geclausuleerde bevoegdheid hebben om zelfstandig bepaalde UR-geneesmiddelen voor te schrijven. Dit wordt ook wel een zelfstandige deelbevoegdheid genoemd. Het betreft de volgende verpleegkundigen:
Genoemde 3 groepen verpleegkundigen mogen onder voorwaarden bepaalde medicijnen zelfstandig voorschrijven.
Lees meer
1 Op 25 februari 2022 heeft minister Kuipers van Volksgezondheid in een brief aan de Tweede Kamer laten weten voornemens te zijn de BMH voor de specifieke context van de spoedeisende acute zorg - te weten de ambulancezorg, spoedeisende hulp en cardiodiagnostiek/interventiecardiologie - op te nemen in artikel 3 Wet BIG en een functioneel zelfstandige bevoegdheid toe te kennen voor het verrichten van bepaalde voorbehouden handelingen.
2 Een uitzondering geldt voor de voorbehouden handeling uit artikel 36 lid 14 Wet BIG: het voorschrijven van een UR-geneesmiddel. Het verstrekken van een opdracht door een zelfstandig bevoegde beroepsbeoefenaar tot het voorschrijven van een UR-geneesmiddel aan een niet-zelfstandig bevoegde beroepsbeoefenaar is niet mogelijk. Alleen de beroepsbeoefenaars die in artikel 36 lid 14 Wet BIG zijn aangewezen mogen een UR-geneesmiddel voorschrijven en alleen als aan de voorwaarden van het desbetreffende artikel wordt voldaan.
3 Ambulanceverpleegkunde is een expertisegebied binnen de verpleegkunde. Een ambulanceverpleegkundige is een verpleegkundige die na de algemene opleiding tot verpleegkundige de opleiding tot intensive care-verpleegkundige, spoedeisende hulp-verpleegkundige of anesthesie-verpleegkunde met goed resultaat heeft afgesloten en vervolgens het CZO-diploma van de initiële opleiding tot ambulanceverpleegkundige heeft behaald.