De staatssecretaris van VWS, Maarten van Ooijen, heeft aangegeven geen gezondheidsdoelen wettelijk te willen vastleggen om daarmee de aanpak van gezondheidsverschillen door armoede langdurig te verankeren. Deze reactie volgde op de open brief van de KNMG, ondertekend door ruim 70 partijen, waarin dit werd voorgesteld. De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) pleit in het advies 'Op onze gezondheid' ook voor wettelijke verankering van gezondheidsdoelen.
De RVS doet in dit advies aanbevelingen om een stevig fundament van publieke gezondheidszorg te verwezenlijken. Zo stelt de RVS dat naast investeringen in mensen en middelen het ook belangrijk is om gezondheidsdoelen wettelijk vast te leggen en een regeringscommissaris voor de volksgezondheid te benoemen. Deze moet samen met betrokkenen een deltaplan voor de volksgezondheid ontwikkelen waarin sociale determinanten zoals opleiden, werk, huisvesting en leefomgeving centraal staan.
In een Kamerbrief meldt Van Ooijen echter dat hij niet overtuigd is van het nut van wettelijke gezondheidsdoelen, omdat verbeteringen lastig in getallen te vangen zijn en er uiteenlopende factoren spelen bij de aanpak van gezondheidsverschillen. De KNMG is teleurgesteld omdat wettelijke verankering juist nodig is voor de continuïteit van beleid. Voorzitter René Héman: “De publieke gezondheidszorg vergt een lange adem en is er niet mee gediend als iedere kabinetsperiode weer andere accenten in het beleid worden geformuleerd. Met een wettelijke verankering wordt dit voorkomen. Daarnaast biedt het handvatten om de overheid tot handelen aan te sporen en in het uiterste geval ter verantwoording te roepen. Continuïteit van beleid is daarmee geborgd. Bovendien zijn wettelijke gezondheidsdoelen verplichtend voor alle betrokken overheidslagen en ondersteunt het health in all policies.”
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl