Een gezin is al jaren patiënt in mijn huisartsenpraktijk. Recentelijk zijn de ouders gescheiden. Ze hebben gezamenlijk het gezag over hun kinderen van 11 en 8 jaar. De moeder is met de kinderen verhuisd en vraagt me om de dossiers van haar en de kinderen over te dragen aan een huisarts in hun nieuwe woonplaats. De vader geeft echter geen toestemming om de kinderen te laten overschrijven en hun dossiers naar de nieuwe huisarts op te sturen. Het jongste kind heeft ernstige allergieën. Ik vind het voor de zorg aan het kind belangrijk dat een nieuwe huisarts dit weet. Mag ik de dossiers toesturen aan mijn collega?
De ouders hebben gezamenlijk gezag. Daarom moeten beide ouders toestemming geven om de kinderen over te schrijven naar een nieuwe huisarts en om hun dossiers over te dragen. Nu de vader toestemming weigert, ontstaat een patstelling. De kinderen hebben in hun nieuwe woonplaats wel huisartsenzorg nodig. Als de vader blijft weigeren, kunt u kiezen voor een pragmatische oplossing. U stuurt dan een kopie van het dossier van het jongste kind (met ernstige allergieën) naar de nieuwe huisarts, op grond van ‘goed hulpverlenerschap’. U informeert beide ouders hierover. Het originele dossier houdt u zelf.
Hoofdregel
Bij gezamenlijk gezag zijn beide ouders wettelijke vertegenwoordigers van het kind. Omdat de kinderen jonger zijn dan 12 jaar, heeft de arts toestemming van beide ouders nodig om de kinderen over te schrijven naar een nieuwe arts en daarbij hun medisch dossier over te dragen.
Uitzondering
De wet biedt de arts de ruimte om toch te handelen als één van de ouders toestemming weigert, namelijk als de arts door niet te handelen niet de zorg van een goed hulpverlener betracht1.
De arts kan zich beroepen op goed hulpverlenerschap:
als hij als hulpverlener in het belang van het kind wel móet handelen; en
als de motieven van de ouder om toestemming te weigeren, evident niet zijn ingegeven door het belang van het kind, maar door zijn eigen subjectieve mening of belangen; en
als het gaat om een ingrijpende behandeling, waarbij het vanuit het medisch belang van het kind niet verantwoord is om bijvoorbeeld vervangende toestemming van een rechter af te wachten.
Toepassing op de casus
De daadwerkelijke overschrijving naar de nieuwe huisarts lijkt niet zo spoedeisend dat de arts niet kan wachten tot een rechter hiervoor vervangende toestemming geeft. Toch is het belangrijk dat de kinderen op korte termijn goede huisartsenzorg krijgen in hun nieuwe woonplaats en dat hun nieuwe huisarts toegang heeft tot hun medische gegevens. Dit geldt zeker gezien de medische toestand van de jongste.
Als de huisarts – ook na een klemmend beroep op de weigerende ouder – niet van beide ouders toestemming krijgt voor de inschrijving bij een nieuwe huisarts, ontstaat een patstelling. De arts kan dan een pragmatische oplossing kiezen en beide ouders laten weten dat hij een afschrift van in ieder geval het dossier van het jongste kind overdraagt aan de nieuwe huisarts, maar zelf het origineel houdt2. Zo stelt hij het belang van de kinderen bij goede zorg voorop. De arts moet wel rekening houden met de bevoegdheden van de gezagdragende ouder die de toestemming weigert. Dit kan door:
deze te informeren over de pragmatische oplossing; en
daarbij door te geven bij welke nieuwe huisarts de ouder terechtkan met vragen over de zorg van zijn kinderen.
Wordt de patstelling hierdoor niet doorbroken? Dan kan de ouder die wel toestemming geeft, bij de rechtbank eventueel een procedure starten voor vervangende toestemming om de kinderen daadwerkelijk te laten overschrijven naar de nieuwe huisarts.
1 Artikel 7:465 lid 4 BW.
2 Zie ook: CTG Den Haag, 17 november 2016, ECLI:NL:TGZCTG:2016:343.