Een jongen van 9 jaar heeft ADHD. De psychiater heeft hem ritalin voorgeschreven. Zijn ouders zijn gescheiden en hebben beiden het gezag. De jongen woont bij zijn moeder. De moeder meldt zich bij mij. Haar ex-man heeft tegen haar zin de behandeling bij de psychiater stopgezet en haar zoon krijgt nu geen ritalin meer. Kan ik als huisarts een recept uitschrijven?
Als ouders gezamenlijk het gezag hebben over een kind dat jonger is dan 12 jaar, dan is de toestemming van beide ouders nodig om het kind te behandelen. Als één van beide ouders die toestemming weigert, biedt de WGBO je als arts enige ruimte om het kind op grond van goed hulpverlenerschap toch te behandelen of te verwijzen. Als je een beroep doet op goed hulpverlenerschap, ben je verplicht dit te melden aan de ouder die de toestemming weigert.
Voor de behandeling van een kind dat jonger is dan 12 jaar, is toestemming nodig van zijn de wettelijke vertegenwoordiger(s). Dat wil zeggen: van de gezagdragende ouder(s) of de voogd. Als het kind 12, 13, 14 of 15 jaar is, moeten zowel het kind als zijn gezagdragende ouder(s) of zijn voogd toestemming geven voor een behandeling.
Bij een echtscheiding houden in de regel beide ouders gezamenlijk het gezag. Daardoor zijn zij beiden wettelijk vertegenwoordiger en beslissen ze beiden. Is het gezag aan één ouder toegewezen, dan beslist alleen deze ouder over een behandeling van het kind.
Heeft een kind twee gezagdragende ouders, maar verschijnt er maar één van beide ouders met het kind op het spreekuur? Dan mag je ervan uitgaan dat de andere ouder toestemming heeft gegeven voor de behandeling van het kind. Dit geldt niet:
In deze gevallen moet je de niet-aanwezige ouder expliciet om toestemming vragen. Zonder deze toestemming mag je het kind in principe niet behandelen.
Uitzondering bij kind jonger dan 12 jaar
Weigert één van de gezagdragende ouders (of allebei) toestemming om een kind jonger dan 12 jaar te behandelen? Dan biedt de WGBO je ruimte om hiertegen in te gaan als hij door het nalaten van de behandeling niet de zorg van een goed hulpverlener zou betrachten.1 De arts kan zich onder meer beroepen op goed hulpverlenerschap als:
Conflicten tussen ouders mogen een noodzakelijke behandeling van het kind niet in de weg staan. Het belang van het kind staat altijd voorop.
Is een behandeling zeer ingrijpend of controversieel en is het vanuit het medisch belang van het kind verantwoord om ermee te wachten? Dan kan de belanghebbende ouder bij de kinderrechter vragen om vervangende toestemming voor de behandeling van het kind. Indien noodzakelijk, kun je deze procedure ook zelf initiëren via de Raad voor de Kinderbescherming.
Toepassing op de casus
De ouders in deze casus hebben onenigheid over de behandeling van hun kind. In een dergelijk geval kan je als arts niet veronderstellen dat de weigerende ouder, in dit geval vader, toestemming geeft om het recept uit te schrijven. Je moet dus contact opnemen met vader. Voorafgaand daaraan kun je overleggen met de psychiater die het kind heeft behandeld: wat waren de redenen om de ritalin voor te schrijven? En hoe denkt de psychiater over het stopzetten van de behandeling?
Schat je als arts na dit overleg in dat er een basis is om de behandeling met ritalin voort te zetten, dan vraag je hiervoor toestemming aan vader. Geeft vader toestemming, dan kun je een recept uitschrijven. Weigert vader toestemming, dan kun je vragen naar zijn motieven en het gesprek met hem aangaan.
Blijft de vader na dit gesprek bij zijn standpunt, dan zijn er drie sporen mogelijk:
Je moet beide ouders informeren over je afwegingen en besluit. De mening van een kind dat jonger is dan 12 jaar is, doet strikt genomen juridisch gezien niet ter zake. In de praktijk kan het echter wel degelijk belangrijk zijn om de mening van het kind te betrekken in de afwegingen.
1 Artikel 7:465 lid 3 BW