Als specialist verstuur ik regelmatig ontslagbrieven naar huisartsen, zonder eerst toestemming te vragen aan de patiënten. Dat doe ik in het belang van de patiënt. Zo weet zijn vaste behandelaar wat er speelt en kan ik eraan bijdragen dat een eventuele vervolgbehandeling in de eerste lijn aansluit op de behandeling die wij hebben ingezet.
Nu las ik dat een psychotherapeut een waarschuwing van de tuchtrechter heeft gekregen, omdat hij informatie over een patiënt had teruggekoppeld aan de verwijzend huisarts.1 Deze patiënt had tegen de psychotherapeut gezegd dat hij de huisarts niets mocht vertellen. Hierdoor ben ik gaan twijfelen over mijn werkwijze en vraag ik mij af of ik voortaan aan elke patiënt moet vragen of ik de huisarts een terugkoppeling mag geven.
U mag in de regel een terugkoppeling geven aan de verwijzend huisarts, zonder expliciete toestemming van de patiënt. Als de huisarts geen verwijzer is, doet u er verstandig aan de patiënt om toestemming te vragen voor terugkoppeling aan de huisarts. In de GGZ is het uitgangspunt dat terugkoppeling naar de huisarts met toestemming van de patiënt plaatsvindt. U mag in beginsel geen terugkoppeling geven als de patiënt heeft aangegeven dat u de huisarts niet mag informeren.
Terugkoppeling na verwijzing
Met het oog op de kwaliteit en continuïteit van de zorg is het gebruikelijk dat een specialist die een patiënt heeft behandeld, de verwijzer – meestal de huisarts – over die behandeling informeert. Uit het feit dat de patiënt heeft ingestemd met de verwijzing mag worden afgeleid dat hij ook toestemt met de terugkoppeling van de specialist aan de verwijzend arts. Voorwaarde daarbij is dat de specialist de gegevensverstrekking beperkt tot de informatie die noodzakelijk is voor de verwijzend arts.2 Een verwijzend arts kan daarnaast, juridisch gesproken, veelal worden aangemerkt als medebehandelaar. Voor het uitwisselen van noodzakelijke gegevens over de gezondheid van de patiënt tussen medebehandelaars is geen toestemming van de patiënt nodig.3
Heeft u ernstige twijfels of de toestemming van de patiënt kan worden verondersteld? Dan is het raadzaam om niet zomaar een terugkoppeling te geven aan de verwijzer, maar hier expliciete toestemming voor te vragen aan de patiënt. U noteert dan in het medisch dossier dat de patiënt heeft toegestemd of geweigerd.
Terugkoppeling zonder verwijzing
Er zijn ook situaties waarin een patiënt zonder verwijzing van de huisarts bij een specialist terechtkomt. Bijvoorbeeld als hij na een ongeval door een spoedeisende hulp arts wordt gezien. De huisarts is dan niet rechtstreeks betrokken bij de behandeling en is dus geen medebehandelaar. De specialist doet er dan verstandig aan om aan de patiënt of diens vertegenwoordiger toestemming te vragen voor het informeren van de huisarts. Hij kan daarbij aangeven dat het voor de continuïteit van zorg van groot belang is dat de huisarts geïnformeerd wordt over het onderzoek of de ingezette behandeling.
Terugkoppeling vanuit de GGZ
In de landelijke samenwerkingsafspraken tussen de GGZ en huisartsen staan aanbevelingen over de terugrapportage van een behandelaar in de GGZ aan de huisarts. De behandelaar in de GGZ mag na een consultatie, de intake en bij het afsluiten van de behandeling alleen een terugkoppeling aan de huisarts geven als de patiënt hiervoor toestemming geeft.4
Bezwaar
Heeft de patiënt aangegeven dat u de huisarts niet mag informeren? Dan mag u in beginsel geen terugkoppeling geven. U noteert dan in het medisch dossier dat de patiënt toestemming voor terugkoppeling heeft geweigerd.
Conflict van plichten
Als een patiënt geen toestemming geeft voor een terugkoppeling aan de huisarts, kan de continuïteit van de zorg voor deze patiënt in gevaar komen. In dat geval kunt u overwegen om de huisarts te melden dat de patiënt geen toestemming geeft voor informatieoverdracht. Ook kunt u beslissen om de huisarts toch te informeren op basis van een conflict van plichten. In beide gevallen moet u kunnen onderbouwen waarom u toch informatie verstrekt. Daarnaast moet u de patiënt informeren dat u dit gaat doen.
1 RTG Eindhoven 26 oktober 2011, 10120, ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG1457.
2 RTG Amsterdam 3 april 2012, 2011/087P, ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG1888.
3 Artikel 7:457 lid 2 BW.
4 Zie par. 5.6 van de Landelijke samenwerkingsafspraken tussen huisarts, generalistische basis GGz en gespecialiseerde GGz (LGA).