Als kinderarts behandel ik twee jongens van 9 en 14 jaar uit hetzelfde gezin. De ouders zijn gescheiden. De moeder heeft alleen het gezag over haar zoons. De vader woont aan de andere kant van het land. Hij ziet zijn zoons maar sporadisch. Ik heb de vader nog nooit gezien of gesproken. Nu heeft hij mij in een mail om informatie gevraagd over hoe de behandeling van zijn zoons verloopt. Hoe ga ik om met dit verzoek?
De vader heeft als niet-gezagdragende ouder wettelijk het recht op informatie over belangrijke ontwikkelingen bij zijn kinderen en over hun opvoeding en verzorging. Als arts verstrekt u hem in beginsel alleen globale, feitelijke en belangrijke informatie over de behandeling van zijn kinderen. Dit hoeft niet als:
u de gevraagde informatie ook niet aan de moeder zou verstrekken; of
Voor de zoon van 14 geldt, dat u hem moet vragen of hij ermee instemt dat u informatie verstrekt aan zijn vader. Aan de zoon van 9 jaar hoeft u dat niet te vragen. Ook hoeft u niet aan de moeder te vragen om in te stemmen met het verstrekken van informatie over haar kinderen. Om zo transparant mogelijk te zijn, kunt u de moeder hierover wel informeren, maar dit is niet verplicht.
Hoofdregel
De niet-gezagdragende ouder is geen wettelijke vertegenwoordiger van het kind (meer). Dit betekent dat hij geen beslissingsrecht (meer) heeft over behandelingen van het kind. Ook heeft hij er geen recht meer op om het dossier van het kind in te zien. Op grond van het familierecht heeft de niet-gezagdragende ouder wel recht op informatie over ‘belangrijke feiten en omstandigheden die de persoon van het kind of diens opvoeding en verzorging betreffen'1. Daarmee kan hij zich onafhankelijk van de gezagdragende ouder een beeld vormen van de opvoeding en verzorging van zijn kind.
De arts is wettelijk verplicht om de niet-gezagdragende ouder globale, feitelijke en belangrijke informatie te verstrekken over de behandeling van diens kinderen, als deze ouder daarom vraagt.
Uitzondering
De arts hoeft deze informatie niet te verstrekken aan de niet-gezagdragende ouder:
als hij de informatie ook niet aan de gezagdragende ouder heeft gegeven of zou geven; of
als het verstrekken van de informatie niet in het belang van het kind is.
Posities gezagdragende ouder en kind
De gezagdragende ouder heeft niet het recht om te beslissen of de arts de informatie over het kind aan de niet-gezagdragende ouder verstrekt. Om zo transparant mogelijk te zijn, kan de arts de gezagdragende ouder hierover uit zorgvuldigheidsoverwegingen wel informeren, maar dit is niet verplicht.
Een kind van 14 jaar mag in beginsel zelf beslissen of hij wil dat de arts informatie over hem verstrekt aan de niet-gezagdragende ouder. De arts moet een 14-jarig kind hiervoor dus toestemming vragen. Weigert het kind, dan weegt de arts af of het belang van het kind zich ook daadwerkelijk tegen het verstrekken van de informatie verzet. Als dat zo is, kan de arts besluiten om de niet-gezagdragende ouder geen informatie te geven. Het belang van het kind kan bijvoorbeeld zijn dat de vertrouwensrelatie met de arts dan ernstig onder spanning zou komen te staan. Of dat de ontwikkeling van het kind in gevaar komt.
De enkele weigering van het kind is dus niet per definitie reden om geen enkele informatie aan de ouder te verstrekken. In het gesprek met het kind kan de arts proberen afspraken te maken over welke globale informatie hij wel aan de niet-gezagdragende ouder kan verstrekken en welke niet.
1 Artikel 1:377c BW.