Donorgeneeskunde is een erkend profiel binnen de opleiding Arts Maatschappij & Gezondheid. De taken van donorartsen richten zich op de medische aspecten van donors die bloed, weefsels of organen afstaan bij leven of post mortem. De belangrijkste taken zijn onder andere preventie van gezondheidsschade die kan ontstaan als gevolg van de donatie gegeven door een vrijwillige, meestal gezonde, donor. De taken zijn het controleren of het afgestane lichaamsmateriaal veilig voor de ontvanger is, het beoordelen welke ontvangers het meest geschikt zijn voor het lichaamsmateriaal en beleid bepalen over allerlei zaken (medisch, ethisch, etc.) tussen en de navolging van donatie en transplantatie. Het gedoneerde lichaamsmateriaal is meestal bedoeld voor de behandeling van patiënten door middel van transfusie en/of transplantatie, maar kan ook gebruikt worden voor preventie bij gezonde personen (bijv. Tetanus of anti Rhesus-D immunoglobuline). Donorgeneeskunde gaat dus over het algehele beleid, beoordeling en controle over (gezonde) donors die lichaamsmateriaal afstaan voor hun medemens. Daarom past het vakgebied het beste bij publieke gezondheidskundige taken.
Sinds 15 december 2015 is een scholingsprogramma als overgangsregeling gestart voor artsen die al ruime ervaring in het vakgebied hebben. De opleiding is een modulaire duale opleiding en start naar verwachting in 2018. In de opleiding tot donorarts KNMG komen verschillende thema’s aan de orde zoals: geschiktheidsbeoordeling, verkrijgen lichaamsmateriaal, donorvigilantie, compatibiliteit en kwaliteitszorg.
De opleiding duurt 2 jaar.
De opleidingsplaatsen zijn niet centraal geregeld en gaan vooralsnog via de werkgevers.