Er moet stilgestaan worden bij datgene wat de feedback bij de ontvanger oproept. Pas als de emoties de ruimte hebben gekregen kan de inhoud landen.
Wees u ervan bewust dat de feedbackontvanger moeilijk rationeel kan reageren zolang hij nog beheerst wordt door emoties of door bijna niet te onderdrukken neigingen zich te verdedigen. (‘Ik vond juist dat ik dat al veel meer deed, Het was zo druk; als ik meer tijd heb, gebeurt dat eigenlijk nooit. Overdrijven is ook een vak.’) Eerst alleen ingaan op de emoties van de ontvanger en pas daarna terugkomen op het eigenlijke feedbackpunt, vergroot de kans op succes van het gesprek.
Dat betekent dus dat wanneer u feedback geeft u na het noemen van zijn feedbackpunt, niet moet toegeven aan de neiging de feedback nader te staven met meer argumenten. Op basis van de kennis over de defensieve reacties op feedback, kunt u zich beter eerst beperken tot het laten horen dat u de eerste reactie van de ontvanger gehoord heeft. Pas daarná is het nuttig het feedbackpunt nader te onderbouwen.