Dossier / bijgewerkt: 27 mei 2022
Sommige artsen bieden, eventueel naast een reguliere behandeling, ook niet-reguliere behandelingen aan. In de volksmond ook wel alternatieve of complementaire behandelingen genoemd. De handreiking van de KNMG schrijft voor dat artsen dit alleen onder strenge voorwaarden mogen doen.
De handreiking Niet-reguliere behandelwijzen (PDF) omschrijft de voorwaarden voor het aanbieden van niet-reguliere behandelwijzen door artsen:
Schade wordt door de KNMG breed opgevat. Het betekent onder andere dat artsen geen valse hoop op genezing of verbetering van de klachten mogen bieden en geen onjuiste of incomplete informatie over de werkzaamheid van een behandeling mogen verstrekken. Ook moeten artsen voorkomen dat een reguliere behandeling niet of niet-tijdig wordt begonnen. Verder mogen artsen alleen handelen op basis van op reguliere wijze gestelde diagnosen en mogen zij geen behandelingen afraden die binnen de beroepsgroep algemeen zijn aanvaard. Deze voorwaarden gelden ook als curatieve behandeling niet meer mogelijk is of als de patiënt reguliere behandelingen afwijst.
Artsen moeten zich altijd bewust zijn van het feit dat de artsentitel bij patiënten vertrouwen in de behandeling kan wekken. Niet-reguliere behandelaars verwijten reguliere artsen soms dat zij geen oog hebben voor het welzijn van de patiënt, dat zij zich te eenzijdig richten op de ziekte (en te weinig op de zieke) en de patiënt in de steek laten als deze uitbehandeld is. De KNMG verwerpt deze kritiek en stelt expliciet in de KNMG-Gedragscode voor artsen dat het tot de professionele standaard behoort om oog te hebben voor het bredere welzijn van de patiënt. Ook staat in de KNMG-Gedragscode voor artsen dat artsen patiënten troost moeten bieden en moeten begeleiden bij existentiële vragen die kunnen worden opgeroepen door een ziekte.