D66 heeft op 7 november 2023 een aangepast wetsvoorstel over ‘voltooid leven’ ingediend bij de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel maakt het voor ouderen eenvoudiger om hulp bij zelfdoding te krijgen. Artsenfederatie KNMG heeft fundamentele kritiek op dit voorstel, net als op de eerdere versie. We vrezen dat de wet negatieve gevolgen heeft voor kwetsbare ouderen en de voorgestelde rol van artsen is niet mogelijk.
Voorstanders van de wet onderstrepen het recht om zelf over het levenseinde te beslissen, maar negeren vaak de risico’s voor mensen in een kwetsbare positie. De doodswens bij oudere mensen komt vaak voort uit complexe problematiek, zoals eenzaamheid, depressie, sociaal isolement, financiële problemen of een zwakke sociaaleconomische positie.1 Ook is de doodswens van deze mensen vaak ambivalent en wisselend. Artsen zetten zich dagelijks in om deze mensen bij te staan, maar kunnen dit niet alleen. Het is belangrijk dat er ook maatschappelijk gezien meer aandacht komt voor deze problematiek. Het vergemakkelijken van hulp bij zelfdoding voor ouderen in een kwetsbare positie is echter niet een verantwoorde of wenselijke weg.
Het voorstel introduceert een leeftijdsgrens van 75 jaar, waarmee het signaal wordt afgegeven dat het leven van ouderen minder waard is dan dat van jongere mensen. Dit kan de kijk op ouderdom negatief beïnvloeden en gevoelens van onveiligheid en overbodigheid bij ouderen versterken. Ouderen kunnen ook het gevoel krijgen dat ze zich moeten rechtvaardigen waarom ze geen gebruik maken van deze wet. Zeker in een tijd waarin de ouderenzorg onder druk staat vinden wij dit zeer ongewenst. We zien de leeftijdsgrens van 75 jaar verder als een ongerechtvaardigde vorm van leeftijdsdiscriminatie.
In een vorige versie van het wetsvoorstel hadden artsen geen verplichte rol, dit is nu wel het geval. Het wetsvoorstel vraagt van de behandelend (huis)arts dat hij aan de levenseindebegeleider medische informatie geeft, onder andere over mogelijke behandelopties en het eventueel bestaan van een psychiatrische aandoening.
De eigen (huis)arts kan deze voorgestelde rol echter niet vervullen. Het gaat immers om een verklaring over de medische situatie van een patiënt. Een dergelijke medische verklaring mag alleen afgegeven worden door een onafhankelijk arts, niet door de eigen arts. Daarnaast is het belangrijk te bepalen of de wens om te sterven bij een persoon zonder lichamelijke klachten voortkomt uit een psychiatrische aandoening. Dit vereist gespecialiseerde psychiatrische expertise. Huisartsen zijn hier in het algemeen niet voor opgeleid en beschikken meestal niet over deze expertise.
Naast deze bezwaren vrezen we dat het wetsvoorstel de huidige, zorgvuldige euthanasiepraktijk kan ondermijnen. Ook menen wij dat het niet wenselijk is om mensen speciaal op te leiden om hulp bij zelfdoding te verlenen aan ouderen met een doodswens. Al deze punten zijn uitgebreid beschreven in een brief aan de Tweede Kamer.
Wij roepen het nieuwe kabinet op om de komende kabinetsperiode intensief met de maatschappij in gesprek te gaan over kwesties rond het levenseinde. Om misverstanden weg te nemen en om te zoeken naar oplossingen voor mensen die worstelen met hun leven. De KNMG doet graag mee aan dat gesprek.
1 Het PERSPECTIEF-onderzoek. Perspectieven op de doodswens van ouderen die niet ernstig ziek zijn: de mensen en de cijfers. ZonMw 2020.
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl