Astrid (53)* werkt als huisarts in een groepspraktijk. Ze hield altijd al van een wijntje. Na een drukke werkweek op vrijdagavond, met haar partner. En op feestjes met vriendinnen. Toen ze jonger was, had ze er de volgende dag niet zoveel last van. Maar de katers beginnen de laatste tijd toe te nemen.
Ze is ook meer gaan drinken in de loop der jaren. Vroeger alleen op vrijdag, nu elke avond. Op feestjes drinkt ze niet zoveel. Thuis na afloop des te meer. Astrid voelt zich ‘in control’. Ze is ervan overtuigd dat ze elk moment kan stoppen met drinken.
Perspectief van Astrid: “Vervelend dat ze thuis steeds over mijn alcoholgebruik beginnen. Ik heb geen drankprobleem. Ik weet zeker dat ik makkelijk een paar dagen niét kan drinken, als ik dat zou willen. Maar waarom zou ik? Ik vind het heerlijk om na een drukke dag een wijntje in te schenken en met mijn glas op de bank te kruipen. Dat heb ik wel verdiend na een heftige dag op de praktijk. Ook collega Ernst vroeg me laatst of ik had gedronken. Ik begrijp niet waar hij zich mee bemoeit. Mijn werk lijdt er beslist niet onder. Sterker nog: ontspanning is belangrijk als je zo onder druk staat als wij. Bovendien: wat ik thuis doe is privé. Nog daargelaten dat hij er zelf ook wel eentje lust.”
Perspectief van collega-huisarts Ernst: “Ik weet niet wat er met Astrid aan de hand is. Ze reageerde nogal geagiteerd toen ik vroeg of ze te diep in het glaasje had gekeken. Ik rook gewoon een alcoholgeur en ze zag er beroerd uit. Het valt me op dat ze de laatste tijd wat slordig is in haar dossiervoering. En de assistente zei laatst dat ze dacht dat Astrid een kegel had. Van patiënten hebben we gelukkig geen klachten. Dus het lijkt allemaal mee te vallen. Ik kijk het nog wel even aan.”
Perspectief van haio die in de praktijk van Astrid werkt/opleiding volgt: “Ik vind het lastig om met Astrid te communiceren. Toen ik vanochtend iets vroeg over een patiënt schoot ze enorm uit haar slof. Ze is al zo lang huisarts en ze heeft al zoveel haio’s begeleid… Het zal wel aan mij liggen. Of zou ze het zwaar hebben? Ik heb ook al een paar keer getwijfeld of ik alcohol rook. Zou ze drinken om met de werkstress om te kunnen gaan? Ik heb van haar écht een goede beoordeling nodig, dus ik begin er maar niet over. Bovendien weet ik het niet zeker, dus dan kan ik maar beter mijn mond houden.”
Perspectief van de doktersassistente: “Volgens mij gaat het niet zo best met Astrid. Ze is anders dan anders. Ze begint er steeds slechter uit te zien, onverzorgd zelfs. Ik maak me zorgen over haar. Zou het thuis wel goed gaan? Haar relatie heeft al vaker onder druk gestaan. En over haar drankgebruik, want het zou me niet verbazen als ze veel teveel drinkt. Dat doe je toch niet; met een kegel naar je werk… Ernst leek het nogal luchtig op te pakken toen ik hem dat vertelde. Wat moet ik nou doen?”
* Persoonsgegevens zijn gefingeerd
Deze casus leent zich heel goed om collega's, aios of co-assistenten uit te nodigen tot een reflectief (groeps)gesprek over middelengebruik en verslaving onder artsen. Download de casus en ga samen aan de slag met de vragen.