Ivo (42)* werkt als anesthesist in een perifeer ziekenhuis. Hij heeft al jaren moeite met slapen. Met een benzo slaapt hij beter. Eerst nam hij ze alleen na diensten en op lange vluchten naar buitenlandse congressen. Sinds een half jaar neemt hij de benzo’s niet alleen voor het slapen, maar ook om te kunnen ontspannen. Hierdoor kan hij zijn pittige rooster beter volhouden.
Door zijn toegenomen gebruik neemt Ivo steeds meer risico. Hij neemt oxazepam van patiënten mee. En hij schrijft aan zijn moeder diazepam voor, die hij dan voor zichzelf ophaalt bij haar apotheek. Hij weet dat hij moet stoppen met de benzo’s. Een paar dagen geleden gaf zijn vrouw hem het telefoonnummer van ABS-artsen. Na een periode van ontkenning en meerdere vragen van collega’s en vrienden, belt Ivo het nummer.
Na een intake bij ABS-artsen gaat Ivo bij een verslavingsinstelling in behandeling voor zijn stoornis in het gebruik van benzodiazepines. In het ziekenhuis meldt hij zich ziek. Hij treft een bedrijfsarts waarmee het klikt en vertelt haar over zijn concentratie- en slaapproblemen. Uit schaamte vertelt hij pas in het tweede gesprek dat hij zich afhankelijk voelt van benzo’s en daarvoor in behandeling is. Ivo besluit uiteindelijk, na gesprekken met de bedrijfsarts, zijn behandelaar, zijn vrouw en de casemanager van ABS-artsen, om met zijn leidinggevende te praten over zijn gebruik. Na een aantal gesprekken stippelen ze samen met de bedrijfsarts een pad uit voor re-integratie na afloop van de behandeling.
Ivo gaat re-integreren met behulp van het monitoringprogramma van ABS-artsen. Dit programma ondersteunt hem en helpt om mogelijke terugval tijdig te signaleren. Zijn leidinggevende heeft het medisch stafbestuur en de raad van bestuur op de hoogte gesteld van de afspraken. Zij zijn akkoord gegaan op voorwaarde dat de patiëntveiligheid nooit in het geding komt. En dat Ivo zich bij een onverhoopte terugval stante pede ziekmeldt. Een collega-anesthesist die hij al twintig jaar kent fungeert tijdens de monitoring als zijn buddy.
Fase: re-integratie m.b.v. monitoringprogramma, dus na behandeling
N.B. Alle mensen hieronder zijn op de hoogte van Ivo’s verslaving
Perspectief van de bedrijfsarts: “Deze arts begint met behulp van een monitoringprogramma weer met werken. Eigenlijk weet ik niet veel af van verslaving. Is hij nu weer beter? Binnen mijn beroepsgroep is discussie over het omgaan met verslaving bij artsen. Bijvoorbeeld over wat te doen bij terugval. Met mijn collega's heb ik vaak discussies over inzetbaarheid voor werk en de ziekte verslaving, en het gedrag dat iemand daarbij vertoont. Persoonlijk vind ik het een lastige situatie, ik wil me inzetten voor een goede begeleiding binnen mijn mogelijkheden.”
Perspectief van de voorzitter van de raad van bestuur: “Ik volg deze kwestie op afstand. Zijn leidinggevende is nauw betrokken. We hebben afgesproken dat hij mij op de hoogte brengt als er iets is dat ik moet weten.”
Perspectief van collega die meer op afstand staat: “Door de vakgroep zijn we geïnformeerd over de terugkeer van Ivo. Ik vraag me wel af of zijn verslaving destijds van invloed was op het werk: is er iets heel fout gegaan waar wij niks van weten? Wat voor werk gaat hij precies doen? Is dat wel veilig? En als het opeens niet meer goed met hem gaat, moet ik dan zijn diensten overnemen? Ik heb op zich wel begrip voor zijn situatie. Verslaving is een ziekte. Ik vind ook dat we hem als collega’s moeten steunen. Maar in de praktijk is het best lastig om ermee om te gaan.”
Perspectief van collega van Ivo, zijn buddy tijdens het monitoringprogramma: “Ik wist niet goed wat ik kon verwachten, maar na een gesprek met de casemanager van ABS-artsen weet ik wat mijn rol is. En wat ik moet doen als ik het gevoel heb dat Ivo minder lekker in zijn vel zit. Met Ivo heb ik wekelijks een gesprek, naast alle keren dat we elkaar even kort spreken tijdens diensten of poli’s. Ik wil met hem nog afspraken maken over waar ik op let, zonder hem het gevoel te geven dat ik hem de hele dag controleer. Over onze wekelijkse afspraak heb ik de vakgroep geïnformeerd.”
* Persoonsgegevens zijn gefingeerd.
Deze casus leent zich heel goed om collega's, aios of co-assistenten uit te nodigen tot een reflectief (groeps)gesprek over middelengebruik en verslaving onder artsen. Download de casus en ga samen aan de slag met de vragen.