In gesprek gaan met een collega: tips en informatie

Stap 2 - formulering van het te bespreken feedbackpunt

De juiste woorden kiezen om het onderwerp te omschrijven is lastig. Bedenk daarom goed wat u precies wilt bespreken. Wat is het concrete gedrag dat u met uw collega wilt bespreken? (dus niet een gevoel of indruk van de ander)

Feedback moet altijd geformuleerd zijn in specifiek waarneembaar gedrag. Denk heel goed het concrete gedrag door (voorbereiding!) en benoem dit zo specifiek mogelijk. Noem concrete voorbeelden. “Je bent oncollegiaal” is te vaag. Geef voorbeelden van het gedrag van de ander waar dit uit blijkt. Wees daarnaast eenduidig in de formulering.

Bijvoorbeeld:

• Ik zie dat je bij herhaling niet meer weet wat er in de overdracht is besproken.
  Dat is een veel concretere boodschap dan: Ik vind je soms wat vergeetachtig.

• Ik constateer dat je pupillen vergroot zijn.

Indien mogelijk: benoem het negatieve effect van het gedrag op u en/of anderen. "Ik hoor vaak dat je erg kortaf doet tegen de verpleging, daarom denk ik dat je teveel stress hebt en ben ik gaan twijfelen aan je beoordelingsvermogen. En dat leidt er weer toe dat ik je niet om advies vraag.“

Voorbeeldzinnen

• Ik zie dat je elke ochtend zeker vijf minuten te laat binnenkomt.

• Ik hoor vaak dat je heel geïrriteerd en erg kortaf doet tegen de verpleging.
• Ik merk dat je regelmatig je mail niet beantwoordt.

Volgende stap

Als je je boodschap gebracht hebt is het van belang om aandacht te geven aan de reactie van de ontvanger.

Ga naar Stap 3: aandacht geven aan de reactie van de ontvanger