Het CGS (College Geneeskundige Specialismen) stelt de regels op, en dus ook het Kaderbesluit. In het College zitten onder meer vertegenwoordigers van de specialismen. De minister van VWS legt de regels wettelijk vast.
De nieuwe regelgeving voor vervolgopleidingen geeft de opleidingsactoren een grotere verantwoordelijkheid om de kwaliteit van deze opleidingen te verbeteren en te waarborgen. Daarom wordt het voor opleiders en opleidingsinstellingen verplicht om te werken volgens een sluitende kwaliteitscyclus.
Tot nu toe erkende de RGS opleiders en opleidingen voor maximaal 5 jaar. Dat wordt nu een erkenning voor onbepaalde tijd.
De RGS legt geen voorwaarden op, en geeft geen zwaarwegende adviezen of aanbevelingen meer. In plaats daarvan kan de RGS adviezen geven, waarover de opleidingen vervolgens moeten rapporteren.
Met ingang van 2020 krijgen opleidingen 5-jaarlijkse evaluatiebezoeken, in plaats van 5-jaarlijkse visitaties.
De RGS kan het reguliere toezicht opschalen naar intensief toezicht. Dat is toezicht op maat en kan bijvoorbeeld inhouden dat de RGS extra rapportages vraagt, een visitatie uitvoert etc.
Dat zijn alle personen en partijen die vanuit hun functie betrokken zijn bij de geneeskundige vervolgopleidingen. Dit zijn aiossen, (plaatsvervangend) opleiders, stageopleiders, hoofden en instituutsopleiders. Daarnaast gaat het om leden van opleidingsgroepen, centrale opleidingscommissies, onderwijscommissies, raden van bestuur, directies, opleidingsinstituten, stage- of opleidingsinstellingen.
De geneeskundig specialismen zijn onderverdeeld in 3 clusters.
Onder cluster 1 vallen de huisartsgeneeskunde, de ouderengeneeskunde, de geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten, de verslavingsgeneeskunde, de internationale gezondheidszorg en tropengeneeskunde, en de cosmetische geneeskunde.
Onder cluster 2 vallen alle specialismen en profielen die gebonden zijn aan ziekenhuizen.
Onder cluster 3 vallen de specialismen bedrijfsgeneeskunde, verzekeringsgeneeskunde, maatschappij en gezondheid en acht profielen voor sociaal geneeskundigen.
De RGS gaat uit van de lopende erkenningen. De erkenning blijft geldig totdat deze verloopt. Voorafgaand aan de datum waarop de erkenning afloopt, visiteert de RGS een opleiding nog één keer. Als de opleiding dan voldoet aan de regelgeving, ontvangt ze een erkenning voor onbepaalde tijd.
Vanaf 1 januari 2020 erkent de RGS instituten, instellingen en opleidingen voor onbepaalde tijd. Zij worden dan niet langer meer structureel gevisiteerd. Alleen bij een eerste erkenning of bij een eerste hernieuwing van de erkenning onder het nieuwe Kaderbesluit CGS vindt nog één keer een visitatie plaats.
De RGS houdt voortaan regulier toezicht. Dit houdt in dat opleidingen en opleiders evaluatiebezoeken krijgen en rapportages moeten leveren aan de RGS. In cluster 1 voert het instituut de evaluaties uit en ontvangt de rapportages. Bij een eerste erkenning vindt er sneller een evaluatiebezoek plaats. Dit gebeurt een jaar nadat de eerste aiossen in de opleiding zijn ingestroomd. Daarna ontvangen opleidingen ten minste één keer per 5 jaar een evaluatiebezoek door een commissie die de RGS adviseert.
In bepaalde omstandigheden kan de RGS van het regulier toezicht overgaan op intensief toezicht. De RGS heeft daarvoor het Protocol Intensief Toezicht vastgesteld.
Niets. U blijft de aiossen opleiden volgens hun individuele opleidingsplan en opleidingsschema, die gebaseerd zijn op het landelijke en/of regionale opleidingsplan.
De RGS sluit aan bij de bestaande 5-jaarscyclus voor organisaties en opleidingsactoren. De nieuwe systematiek wordt niet in één keer ingevoerd. Op deze manier blijft de werklast van de invoering acceptabel, zowel voor de opleidingsactoren, de plenaire visitatiecommissies en visitatoren, als voor het bureau van de RGS.
Hoofden, instituutsopleiders, instituten, (stage)opleiders, opleidingsgroepen en instellingen die al erkend zijn, worden door of namens de RGS nog 1 keer gevisiteerd als die erkenning afloopt. Dan gaat de RGS na of de opleiding of opleider voldoet aan de nieuwe regelgeving. Is dit het geval? Dan volgt een erkenning voor onbepaalde tijd. Als de instelling nog niet volledig voldoet, kan nog eenmaal een erkenning voor bepaalde tijd verleend worden.
Heeft de RGS een opleider of organisatie vóór 1 januari 2020 aangeschreven om opnieuw te worden erkend? Dan handelt de RGS deze erkenningsaanvraag nog af volgens de oude systematiek.
De RGS sluit voor de lopende erkenningen aan op de expiratiedatum van de bestaande erkenning. De erkenning blijft in stand totdat deze verloopt. Voorafgaand aan de expiratiedatum wordt de opleiding nog een keer gevisiteerd waarna u een erkenning voor onbepaalde tijd krijgt als wordt voldaan aan de eisen die de regelgeving stelt.
Instituten, instellingen en (stage)opleiders met een erkenning voor onbepaalde tijd krijgen minimaal eens in de 5 jaar een evaluatiebezoek. Een evaluatiebezoek is het belangrijkste instrument van het regulier toezicht door de RGS. Dit bezoek is gericht op de kwaliteitscyclus van de instelling, het instituut of de (stage)opleider en opleidingsgroep. De RGS bekijkt hoe de kwaliteit van de opleiding(en) is geborgd en hoe dat eventueel nog kan worden verbeterd.
Het evaluatiebezoek gaat uit van het vertrouwen dat de opleiding of opleider voldoet aan de eisen uit het Kaderbesluit CGS, het specifiek besluit en het landelijke opleidingsplan, en zich conformeert aan het kwaliteitskader.
Evaluatiebezoeken worden namens de RGS afgelegd door evaluatiecommissies.
Bij een eerste erkenning wordt het evaluatiebezoek afgelegd 1 jaar nadat de eerste aiossen zijn ingestroomd. Dit kan vanaf 2021 het geval zijn.
Bij een lopende erkenning sluit de RGS aan bij de erkenningscyclus die voorheen gold (elke 5 jaar). Er vindt dan nog 1 keer een visitatie plaats voordat de RGS een erkenning verleent voor onbepaalde tijd. De eerste evaluatiebezoeken worden dan afgelegd in het vijfde jaar na de erkenning voor onbepaalde tijd. Dit kan vanaf 2025 het geval zijn.
Bij gecertifieerde instellingen in cluster 2 worden vanaf 2023 evaluatiebezoeken afgelegd, of eerder als dat nodig is.
Omdat de 5-jaarlijkse visitaties worden vervangen door evaluatiebezoeken, ligt het voor de hand om de commissie die het evaluatiebezoek aflegt een bijpassende naam te geven: evaluatiecommissie (EBC).
Bij de medisch-specialistische vervolgopleidingen wordt de EBC op verzoek van de RGS vastgesteld door de plenaire visitatiecommissie (PVC), zoals voorheen gebeurde met de visitatiecommissie ad hoc.
Bij de andere geneeskundige specialismen en profielen stelt de RGS de EBC’s zelf samen.
Het is afhankelijk van het type rapportage door wie de rapportage inhoudelijk wordt beoordeeld:
rapportage op indicatie (bijvoorbeeld naar aanleiding van een melding door een aios) op verzoek van de RGS:
door een secretaris RGS en het lid RGS van het betrokken specialisme;
rapportage door de individuele opleidingen of regionaal samenwerkende opleidingen:
door de plenaire visitatiecommissie (PVC) van het betrokken specialisme;
rapportage door opleidingsinstellingen:
door de Plenaire Commissie Instellingsvisitaties (PCI) van de RGS;
rapportage door instituten en instellingen van cluster 1:
door de visitatiecommissie en/of door de betreffende wetenschappelijke vereniging en een secretaris RGS;
rapportage door instituten en instellingen van cluster 3:
door de secretaris van de RGS.
Om als opleider aiossen te mogen opleiden moet u aan een aantal eisen voldoen. U wordt op persoonlijke titel beoordeeld. Zo gelden er eisen voor:
hoe lang u bent ingeschreven in het register van geneeskundig specialisten of profielartsen;
welke werkzaamheden u doet als geneeskundig specialist of profielarts;
welke taken en bevoegdheden horen bij het opleiderschap;
uw didactische kwaliteiten.
U vindt de regels voor (stage)opleiders per specialisme of profiel beschreven in de regelgeving van het CGS.
Een instituut of instelling kan pas aiossen opleiden als de RGS hen heeft erkend voor de opleidingsonderdelen van het specialisme of profiel waarin de aios wordt opgeleid. De procedure tot erkenning duurt 6 tot 8 maanden. Vraag de erkenning dus op tijd aan.
Als (stage)opleider, instelling voor de praktijkopleiding of opleidingsinstituut voor het theoretisch onderwijs vraagt u een erkenning aan bij de RGS. Hiervoor rekent de RGS een kostendekkend tarief. De RGS neemt een verzoek pas in behandeling nadat ze een volledige aanvraag en de betaling heeft ontvangen.
Voordat de RGS een besluit kan nemen over het verzoek tot eerste erkenning, moet een visitatie plaatsvinden. Lees meer
Voor (stage)opleiders en instellingen huisartsgeneeskunde, ouderengeneeskunde, geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten, tropengeneeskunde, verslavingsgeneeskunde en cosmetische geneeskunde, vraagt het opleidingsinstituut de erkenning aan bij de RGS.
Als de lopende erkenning binnenkort afloopt, laat de RGS dit 8 maanden voor de einddatum weten aan de (stage)opleider, het instituut of de instelling. De RGS stuurt dan ook de relevante formulieren voor de verlenging naar de opleiding of opleider.
Dat is een verscherpte vorm van toezicht van de RGS. Dit toezicht is erop gericht geconstateerde gebreken in een of meer opleidingen te herstellen en de kwaliteit van die opleiding(en) te verbeteren. Intensief toezicht kan ertoe leiden dat de erkenning van een opleidingsinstituut of -instelling verandert.
Het intensief toezicht is per 1 januari 2020 ingevoerd. Aanleidingen voor intensief toezicht kunnen zijn:
aanwijzingen dat de kwaliteit of de veiligheid van het opleidingsklimaat in het geding is;
een opleidingsorganisatie rapporteert niet; of
een opleidingsactor lijkt niet te voldoen aan een of meer erkenningseisen.
De RGS voert het intensief toezicht op maat uit. Bekijk het RGS-protocol intensief toezicht.
PIEC staat voor het Project Implementatie Erkenningensystematiek CGS. In dit project werkt de RGS – samen met experts uit het veld – de nieuwe regelgeving van het CGS uit. Het gaat in dit project vooral om:
de manier waarop de RGS het reguliere toezicht uitvoert;
hoe de evaluatiebezoeken worden ingericht;
welke randvoorwaarden gelden voor rapportages;
hoe het regionaal visiteren voor cluster 2 wordt ontwikkeld; en
hoe het intensieve toezicht wordt ingericht.
U kunt een verzoek indienen bij de RGS, om de factuur aan te laten passen. Denk aan een ander adres of kostenplaats.
Dat is een door de RGS erkende instelling in Nederland, of een locatie van de instelling waar de praktijkopleiding gegeven wordt.
Een kwaliteitskader bevat één set kwaliteitsnormen voor alle specialismen en profielartsen over acht kwaliteitsdomeinen voor medische zorg. Daaraan kan een medische vervolgopleiding getoetst worden.
Elk kwaliteitskader is opgesteld door de (koepel van) wetenschappelijke vereniging(en) of de opleidingsinstituten die bij het specialisme of profiel van de opleiding horen.
Het College Geneeskundige Specialismen (CGS) stelt deze kwaliteitskaders vast. Om dit gemakkelijker te maken, stelde het CGS de eerste versies van de kwaliteitskaders zelf op. Dit resulteerde in een eerste versie. Daarin zijn de oude verplichtingen uit het Kaderbesluit en het specifieke besluit verwerkt, evenals andere kwaliteitsnormen die er al zijn, zoals KOERS, GEAR, METIS en Scherpbier. De normen in het kwaliteitskader zijn educatief (worden gebruikt om de kwaliteit te verbeteren).
De erkenning van een huisartsopleider is gebonden aan de praktijklocatie.
Als de praktijk verhuist, moet u dat doorgeven aan het opleidingsinstituut. Er is dan een verzoek om wijziging van de erkenning nodig.
Het opleidingsinstituut zal dit verzoek aan de RGS doen (via erkenning@fed.knmg.nl).
Een instelling en opleider sluiten aan bij de kwaliteitscyclus van het instituut. Het instituut spreekt met u af welke rapportages gebruikt worden.
Een opleidingsinstelling die de RGS op grond van een instellingsvisitatie heeft gecertificeerd, rapporteert elke 2 jaar aan de RGS. Dit gebeurt aan de hand van een vastgesteld format.
Opleidingen hoeven alleen te rapporteren op indicatie: uitsluitend als de RGS daartoe besluit op advies van de visitatiecommissie (overgangsperiode) of de evaluatiebezoekcommissie. Daarvoor is geen vastgesteld format.
De taken van de COC blijven hetzelfde. De COC is samen met de opleiders en opleidingsgroepen verantwoordelijk voor de kwaliteit van de opleidingen. Dit moet blijken uit de aantoonbare rol die de COC speelt in het kwaliteitssysteem van de opleidingen. In een door de RGS gecertificeerde opleidingsinstelling assisteert de COC de raad van bestuur bij de 2-jaarlijkse rapportage aan de RGS.
Een Instellingsvisitatie RGS richt zich op dat deel van de erkenning dat geldt voor alle medisch-specialistische vervolgopleidingen binnen een instelling. Een instelling kan hier vrijwillig aan deelnemen en door de RGS worden gecertificeerd. Na certificering beperkt de RGS de visitaties of evaluaties tot de specifieke opleiding en haar actoren. Dit betekent dat de RGS voor die visitaties en evaluaties geen gesprekken meer voert met de raad van bestuur en de centrale opleidingscommissie. De certificering is in principe permanent.
Dat is een opleidingsinstelling waarvan de RGS bij een Instellingsvisitatie RGS het interne kwaliteitssysteem als voldoende heeft beoordeeld. Dit betekent dat de instelling voldoet aan de vereisten uit het Kaderbesluit CGS en de criteria van het kwaliteitskader in het ‘Reglement voor instellingsvisitatie RGS’. Na de vaststelling daarvan heeft de RGS de instelling gecertificeerd.
Ja, een evaluatiebezoekcommissie bezoekt de instelling in principe elke 5 jaar namens de RGS. Daarbij worden de opleidings-overstijgende aspecten geëvalueerd.
Aiossen volgen hun opleiding vaak in regionaal samenwerkende opleidingsinstellingen. Het ligt daarom voor de hand om regionaal samenwerkende opleiders en opleidingsinstellingen gezamenlijk te beoordelen, als ze dit willen. In 2019 is de RGS gestart met het project Implementatie Regionaal Visiteren RGS. De eerste regionale visitaties worden vanaf juni 2021 uitgevoerd. Na evaluatie van de eerste regionale visitaties worden verbeterpunten doorgevoerd. Een samenwerkingsverband kan zich op elk moment aanmelden.
Instellingen en opleidingsinstituten rapporteren elke 2 jaar aan de RGS over de kwaliteit van de opleiding. Dit doen ze aan de hand van KOERS, het visiedocument met uitgangspunten voor goed opleiden in de sociale geneeskunde en een kwaliteitssysteem om zicht te krijgen op de kwaliteit van de opleidingen in deze sector.
Voor een aanvraag die de RGS ontvangt voor 1 januari 2024 geldt nog geen tarief.
De RGS brengt kostendekkende tarieven in rekening. Het in behandeling nemen van een aanvraag brengt kosten met zich mee, waaronder het beoordelen van de aanvraag en het verrichten van een visitatie. Ook als de RGS geen erkenning afgeeft, zijn deze kosten gemaakt.
Als u een verdere specificatie wenst kunt u ons e-mailen op: erkenning@fed.knmg.nl.
De RGS kijkt naar de situatie op 1 maart. Als er op dat moment nog geen erkenning was verleend, wordt het abonnementstarief niet gefactureerd. Volgend jaar zullen de kosten wel in rekening worden gebracht.
Voorafgaand aan de facturatie stuurt de RGS u een brief waarin staat aangegeven tot welke datum na 1 maart doorgegeven wijzigingen worden verwerkt en meegenomen in de berekening voor het opstellen van de factuur.
Voor het vaststellen van het aantal erkenningen en aantal fte aios kijken wij naar de situatie op 1 maart, om die reden kan er niet eerder een factuur gestuurd worden.
Er wordt gefactureerd voor een kalenderjaar, van januari tot januari.