Dossier / bijgewerkt: 26 juni 2024
Rijbewijshouders moeten lichamelijk en geestelijk gezond genoeg zijn om te rijden. Het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) beoordeelt de rijgeschiktheid aan de hand van een gezondheidsverklaring. In bepaalde situaties is aanvullende medische informatie nodig om de rijgeschiktheid te kunnen beoordelen.
Een behandelend arts mag geen oordeel geven over de rijgeschiktheid van een eigen patiënt. Dit uitgangspunt hanteert de KNMG om de relatie tussen arts en patiënt te beschermen. Een negatieve of ongunstige uitslag voor de patiënt kan de (vertrouwens-) relatie tussen arts en patiënt onbedoeld onder druk zetten. Los hiervan is het belangrijk om een ter zake kundige arts te laten oordelen over de patiënt, omdat hij beschikt over de noodzakelijke deskundigheid in specifieke situaties, zoals hier de rijbewijskeuring.
Als behandelend arts mag u wel gerichte feitelijke medische informatie verstrekken aan het CBR die noodzakelijk is om de rijgeschiktheid te beoordelen. Dit mag alleen op verzoek van de patiënt en met diens uitdrukkelijke toestemming. Als behandelend arts mag u ook formulieren van het CBR invullen. Bijvoorbeeld een keuringsverslag voor personen van 75 jaar en ouder. Daarmee verstrekt u ook alleen feitelijke informatie over de gezondheid van de aanvrager. Zoals op die formulieren vermeld staat, dient u daarbij geen oordeel te geven over de rijgeschiktheid van de aanvrager.
Bedrijfsartsen kunnen betrokken zijn bij een rijbewijskeuring voor een groot rijbewijs en bij de beoordeling van de rijgeschiktheid van taxichauffeurs.
Meer informatie hierover: FAQ Rijbewijskeuring (NVAB)
Regelmatig krijg ik, als huisarts, verzoeken van patiënten om een rijbewijskeuring te verrichten. Ik heb begrepen dat dit inmiddels mag. Klopt dat? En mag ik ook informatie verstrekken aan het CBR over mijn patiënten?
U mag geen oordeel geven over de rijgeschiktheid van patiënten. Dit moet worden overgelaten aan een onafhankelijke, deskundige arts. Wel mag u in het kader van een rijbewijskeuring, op basis van gerichte vragen en met uitdrukkelijke toestemming van de patiënt, feitelijke medische informatie verstrekken aan het CBR.
Geen oordeel
Een behandelend arts – bijvoorbeeld een huisarts, waarnemend arts, arts in opleiding of medisch specialist – mag geen oordeel geven over de rijgeschiktheid van een eigen patiënt. Dat zou in strijd zijn met het uitgangspunt van de KNMG, dat behandelend artsen geen geneeskundige verklaringen afgeven over hun eigen patiënten. En dat behandelend artsen niet oordelen over de geschiktheid van hun patiënten om bepaalde dingen wel of niet te doen. Dit moet overgelaten worden aan een onafhankelijke arts, die beschikt over de noodzakelijke deskundigheid om hierover te kunnen oordelen.
Wel feitelijke informatie
Als behandelend arts mag u wel gerichte feitelijke medische informatie verstrekken aan het CBR. Dit mag alleen op verzoek van de patiënt en met diens uitdrukkelijke toestemming. Daarbij moet u zich beperken tot feitelijke informatie die voor het CBR noodzakelijk is om de rijgeschiktheid te beoordelen. Dit betekent dat het CBR een gerichte vraag moet stellen. Het is aan u om erop te letten dat er sprake is van een gerichte vraag en van feitelijke informatie. Een vraag als “Heeft de patiënt het afgelopen jaar last gehad van [naam aandoening]” is een vraag om feitelijke informatie en mag u daarom beantwoorden. De vraag “Twijfelt u aan de rijgeschiktheid van de patiënt” is geen feitelijke vraag, maar een vraag om een oordeel. Daarom mag u die niet beantwoorden. Ook niet als de patiënt daarvoor toestemming heeft gegeven.
Aanvullende informatie
Soms heeft het CBR aanvullende medische informatie van een arts nodig om te bepalen of iemand rijgeschikt is. Dit is bijvoorbeeld het geval als de betrokkene een vraag over een aandoening in de Gezondheidsverklaring (ook wel Eigen Verklaring) bevestigend heeft beantwoord. Dan moet de betrokkene een aantekening bij deze vraag laten plaatsen door een BIG-geregistreerde arts. Deze aantekening moet informatie geven over de aard en de ernst van de aandoening en mag ook geplaatst worden door de behandelend arts, voor zover in het dossier van de betrokkene relevante, recente en feitelijke informatie aanwezig is.1
Daarnaast kan een betrokkene het verzoek van het CBR krijgen om een specifieke vragenlijst (hulpformulier) bij de Gezondheidsverklaring te laten invullen door een arts. Bijvoorbeeld de beroertevragenlijst of de diabetesvragenlijst. Deze vragenlijsten mogen door elke BIG-geregistreerde arts worden ingevuld. Ook de behandelend arts mag dat doen. De arts mag alleen de noodzakelijke feitelijke medische informatie verstrekken. Op de formulieren wordt hij dan ook nadrukkelijk verzocht om geen mededelingen te doen over de rijgeschiktheid van de aanvrager.
Heeft de betrokkene diabetes mellitus? Dan mag de aantekening of vragenlijst behalve door een arts, ook door een diabetesverpleegkundige ingevuld worden. Deze verpleegkundige moet wel een BIG-registratie hebben met als aantekening diabetes mellitus.2
Geneeskundig verslag
Voor personen van 75 jaar en ouder die hun rijbewijs willen verlengen, is iedere vijf jaar een medische beoordeling van de rijgeschiktheid verplicht. Zij hebben hiervoor, naast een Gezondheidsverklaring, een Geneeskundig verslag (keuringsverslag) nodig. Dit is een verslag van een medische keuring, die door elke BIG-geregistreerde arts kan worden ingevuld. Ook de behandelend arts mag dat doen. De arts mag in het verslag geen oordeel geven over de rijgeschiktheid van de aanvrager.
Een medische keuring is ook verplicht voor personen die een groep 2-rijbewijs (vrachtwagen of bus) willen aanvragen of verlengen. Het keuringsverslag voor deze aanvraag mag alleen ingevuld worden door een arts die verbonden is aan een gecertificeerde arbodienst of door een geregistreerd bedrijfsarts.
Specialistisch rapport
Bij bepaalde aandoeningen stelt het CBR een specialistisch onderzoek verplicht.3 In die gevallen kan de betrokkene zijn behandelend specialist vragen om een keuringsformulier of -rapport voor hem in te vullen. Hierin wordt de behandelend specialist gevraagd om de relevante medische feiten en omstandigheden te vermelden. Hij mag geen advies over de rijgeschiktheid van de patiënt geven.
Het keuringsformulier of -rapport kan in veel gevallen een keuring door een onafhankelijke arts vervangen. Als de behandelend specialist geen keuringsformulier wil invullen, kan hij de patiënt verwijzen naar het CBR. Het CBR kan de patiënt dan doorverwijzen voor een keuring door een onafhankelijk specialist.
Beoordeling rijgeschiktheid
Alleen keurend medisch specialisten die aan de gestelde eisen voldoen, mogen de rijgeschiktheid van iemand beoordelen. De eisen die aan deze medisch specialisten worden gesteld, staan in de Beleidsregel aanwijzing keurend medisch specialisten. Zo mag een keurend medisch specialist niet de behandelaar zijn van degene die gekeurd wordt. Ook mag hij geen arbeidsrelatie of persoonlijke relatie met die persoon hebben, anders dan voor de rijbewijskeuring.
Inzage-, correctie- en blokkeringsrecht
De keurend medisch specialist is verantwoordelijk voor het informeren van degene die gekeurd wordt over diens inzage-, correctie- en blokkeringsrecht.4 Uit de rapportage moet blijken dat deze persoon hierover geïnformeerd is.
Tarieven voor rijbewijskeuringen
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft voor rijbewijskeuringen door een keurend arts een maximumtarief vastgesteld. Dit betekent dat artsen nooit meer dan dit tarief voor de keuring in rekening mogen brengen. De kosten zijn afhankelijk van de daadwerkelijk bestede keuringstijd (directe tijd) en de benodigde tijd voor de voorbereiding en het schrijven van het keuringsrapport (indirecte tijd). Voor meer informatie, zie de NZa-website.
1 Zie hoofdstuk 2 van Bijlage bij de Regeling eisen geschiktheid 2000.
2 Zie: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-42359.html.
3 Zie Regeling eisen geschiktheid 2000.
4 Zie artikel 4.3.h Beleidsregel aanwijzing keurend medisch specialisten.
Een 22-jarige patiënt van mij moet binnenkort rijexamen doen. Hij heeft de Gezondheidsverklaring (Eigen Verklaring) van het CBR ingevuld. Omdat hij een psychische aandoening heeft, heeft hij de vraag daarover met ‘ja’ beantwoord. Vervolgens heeft het CBR hem een brief gestuurd met het verzoek om bij deze vraag een aantekening te laten plaatsen door zijn arts. Ik heb de Gezondheidsverklaring bekeken en zag dat mijn patiënt hierin de vraag naar misbruik van alcohol en drugs onterecht met ‘nee’ heeft beantwoord. Door het ondertekenen van de verklaring voelt dit voor mij als ‘meewerken aan fraude’. Moet ik de verklaring altijd ondertekenen?
Een patiënt is zelf verantwoordelijk voor het juist invullen van de Gezondheidsverklaring (Eigen Verklaring). Als arts bent u alleen verantwoordelijk voor de juistheid van de gegevens die u zelf verstrekt. U hoeft de Gezondheidsverklaring niet te ondertekenen als u twijfelt over de juistheid van de antwoorden die de patiënt heeft ingevuld. Wel doet u er goed aan om dit met uw patiënt te bespreken.
Het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) beoordeelt of iemand rijgeschikt is. Hiermee wordt bedoeld dat iemand lichamelijk en geestelijk gezond genoeg is om een motorvoertuig te besturen. Daarom moet iedereen die een rijbewijs wil halen, vooraf een Gezondheidsverklaring invullen. In sommige situaties moet deze verklaring ook worden ingevuld bij het verlengen van het rijbewijs. Dit laatste geldt voor:
personen met een rijbewijs met een beperkte geldigheidsduur vanwege hun medische situatie
personen van 75 jaar of ouder
personen met een groep 2-rijbewijs (vrachtwagen of bus).
Gezondheidsverklaring
Op de Gezondheidsverklaring moet de aanvrager een aantal medische vragen beantwoorden met ‘ja’ of ‘nee’. Als een van de vragen met ‘ja’ is beantwoord, ontvangt de aanvrager een brief met het verzoek om een aantekening bij deze vraag te laten plaatsen door een arts. Ook kan de arts gevraagd worden om een specifieke vragenlijst (hulpformulier) bij de Gezondheidsverklaring in te vullen, zoals de diabetesvragenlijst. De aantekening en de vragenlijst mag door iedere BIG-geregistreerde arts worden ingevuld, ook door de behandelend arts.
U mag alleen feitelijke medische informatie verstrekken , met uitdrukkelijke toestemming van de patiënt. U mag geen oordeel geven over de rijgeschiktheid van de aanvrager (zie hiervoor het praktijkdilemma Mag ik als behandelend arts een rijbewijskeuring verrichten?).
Verantwoordelijkheid patiënt
Uitgangspunt bij het invullen van de Gezondheidsverklaring is dat de patiënt verantwoordelijk is voor de juistheid van de antwoorden die hij heeft ingevuld. De arts tekent alleen voor de juistheid van de gegevens die hij zelf heeft verstrekt, en niet voor de juistheid van de antwoorden van de patiënt. Het kan echter gebeuren dat de arts constateert dat de patiënt een vraag niet correct heeft beantwoord. In dat geval is de arts niet verplicht om het formulier te ondertekenen.
Het verdient aanbeveling om twijfels over de ingevulde antwoorden met de patiënt te bespreken en hem te wijzen op zijn eigen verantwoordelijkheid. Dit geldt temeer als de verzwegen medische informatie van grote invloed is of kan zijn op de rijvaardigheid van de patiënt.
KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens (pagina 117, paragraaf 7.9 Rijbewijskeuring)