Dossier / bijgewerkt: 16 januari 2025
Natuurlijk hoopt niemand ooit een tuchtklacht te krijgen. Toch worden er gemiddeld per jaar zo’n 1000 tuchtklachten ingediend. Hiervan heeft circa 65% betrekking op artsen. Een tuchtklacht kan dus elke arts of zorgverlener overkomen.
Artsen ervaren een tuchtklacht vaak als zeer belastend. De KNMG zet zich continu in om de werking van het tuchtrecht te verbeteren. Samen met andere beroepsverenigingen in de zorg en met subsidie van VWS maakten we de website Openovertuchtrecht.nl. Hier vind je informatie over het tuchtrecht en lees je wat je kunt doen als je een tuchtklacht hebt gekregen. Ook vind je daar een klachtenwijzer waarmee je door middel van een paar vragen weet met welke soort klacht of procedure je te maken hebt en een gespreksstarter die je kunt gebruiken om met je team in gesprek te gaan over een tuchtklacht. Bekijk hier de video voor meer uitleg.
RTG’s zijn samengesteld uit drie beroepsgenoten en twee juristen (waarvan één voorzitter). Het CTG bestaat uit twee beroepsgenoten en drie juristen. Het is belangrijk dat een beklaagde arts gehoord wordt door collega’s met kennis over het specifieke specialisme en de werksituatie van de arts. Daarom is het van belang dat er een brede basis is van beroepsgenoten die plaats kunnen nemen in de tuchtcolleges.
Vacatures van tuchtcolleges voor beroepsgenoten vind je op de website van de Tuchtcolleges voor de Gezondheidszorg.
Lees ook de interviews met beroepsgenoten :
Nee, sinds april 2019 geldt de zogenoemde tweede tuchtnorm. Hierdoor geldt het tuchtrecht nu ook voor gedragingen van een BIG-geregistreerde in de privésfeer. Dit geldt alleen in hele extreme gevallen ‘indien er tussen die gedragingen en de beroepsuitoefening voldoende verband bestaat en zij in het licht van de beroepsuitoefening ongeoorloofd moeten worden geacht’. Denk hierbij aan levens-, gewelds- en zedendelicten, zoals seksueel misbruik of ernstige mishandeling.
De IGJ heeft de mogelijkheid om een arts direct op non-actief te zetten: de Last tot onmiddellijke onthouding van de beroepsuitoefening (LOOB). Dit gebeurt alleen in uitzonderlijke gevallen wanneer er sprake lijkt te zijn van ernstig verwijtbaar gedrag. In het belang van de volksgezondheid moet de tuchtrechter het gedrag eerst toetsen, voordat de werkzaamheden hervat mogen worden.
Naast het tuchtrecht bestaan er ook andere juridische procedures waarin het handelen van een arts aan de orde kan worden gesteld. Voorbeelden hiervan zijn het civielrecht en het strafrecht. Deze trajecten hebben elk hun eigen doel, toetsingsnormen, procedures en bewijsregels en kunnen naast elkaar lopen. In theorie houdt dit voor een arts in dat hij voor eenzelfde handeling via verschillende procedures aansprakelijk kan worden gesteld. In de praktijk komt dit echter niet vaak voor.
Het RTG toetst een klacht aan twee ‘tuchtnormen’ uit de Wet BIG:
Een tuchtklacht wordt alleen in behandeling genomen als de klager binnen vier weken na het indienen 50 euro griffierecht betaalt. Als de klacht gegrond wordt verklaard, krijgt de klager het griffierecht terug. De kosten voor juridische ondersteuning zijn in eerste instantie voor rekening van de partijen. Dat geldt ook voor de kosten van de getuigen en deskundigen die zij eventueel oproepen. Als de klacht gegrond wordt verklaard, kan het tuchtcollege de arts veroordelen om de kosten te betalen die de klager voor de procedure heeft gemaakt.
Uitspraken van de tuchtrechter kunnen zorgen voor bevestiging of verduidelijking van de toepassing van wettelijke regels en gedragsregels voor artsen. Het is daarom belangrijk voor artsen om hiervan kennis te nemen. Wekelijks publiceert Medisch Contact in samenwerking met de KNMG een uitspraak met commentaar. Daarnaast publiceren de KNMG-juristen in Medisch Contact een wekelijkse selectie van actuele opvallende uitspraken op het gebied van het gezondheidsrecht. Ook publiceert de KNMG tuchtuitspraken in de tweewekelijkse nieuwsbrief Actueel gezondheidsrecht.
De KNMG is geen directe partij in het tuchtrecht, maar zet zich continu in om artsen goed te vertegenwoordigen en maakt zich sterk voor verdere verbeteringen rond het tuchtrecht.
Voor advies bij juridische en medisch-ethische vragen kun je ook terecht bij de KNMG Artseninfolijn, telefoon 088 - 440 42 42.
Wekelijks publiceert Medisch Contact in samenwerking met de KNMG een uitspraak met commentaar. Daarnaast publiceren de KNMG-juristen in Medisch Contact een wekelijkse selectie van actuele opvallende uitspraken op het gebied van het gezondheidsrecht. Ook publiceert de KNMG tuchtuitspraken in de tweewekelijkse nieuwsbrief Actueel gezondheidsrecht.
Samen met andere beroepsverenigingen in de zorg en met subsidie van VWS maakten we de website Openovertuchtrecht.nl. Hier vind je uitgebreide informatie en bekijk ook de video Tuchtrecht in het kort. De site wijst de weg na ontvangst van een tuchtklacht en is geschikt als opleidingsmateriaal. Ook vind je op ‘Open over tuchtrecht’ een gespreksstarter: een handvat om tuchtzaken met je collega’s te bespreken.
Er is een klacht tegen mij ingediend bij de tuchtrechter. Hoe werkt het tuchtrecht precies, wat kan ik doen en wat kan ik verwachten?
Deel informatie met werkgever en collega’s
Een tuchtklacht is voor een arts buitengewoon belastend. Daarom is het eerste advies om een tuchtklacht niet voor uzelf te houden, maar te delen met uw eventuele werkgever en collega’s. Het is van belang dat zij weten wat er speelt, zodat zij u kunnen steunen. Op grond van uw toelatings- en arbeidsovereenkomst bent u vaak ook verplicht om uw leidinggevende of directie te informeren.
Vraag hulp bij het voeren van de procedure
Het is belangrijk dat u juridische bijstand vraagt. Zorginstellingen kunnen die bijstand vaak verlenen, bijvoorbeeld via hun jurist of verzekeraar. Rechtsbijstandsverzekeraars willen vaak van het begin af aan betrokken zijn bij de ondersteuning van uw procedure. Dit geldt ook als u een beroep wilt doen op uw persoonlijke rechtsbijstandsverzekeraar. In de KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens vindt u informatie over het gebruik van medische gegevens in de tuchtprocedure.
Wees op de hoogte van het verloop van de procedure
Het verloop van een tuchtrechtelijke procedure verschilt per klacht. U ontvangt van het regionaal tuchtcollege op uw werk- of woonadres een brief met daarbij het klaagschrift. In de brief staat wat er van u wordt verwacht. Op de website van de tuchtcolleges vindt u de informatiefolder ‘Klachten over uw zorg’ met een zeer uitgebreide uitleg over het verloop van de procedure.
Tuchtrecht
Het tuchtrecht voor de gezondheidszorg is geregeld in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG). Dit tuchtrecht is van toepassing op individuele zorgverleners die staan ingeschreven in het BIG-register; artsen, tandartsen, apothekers, gezondheidszorgpsychologen, psychotherapeuten, orthopedagoog-generalisten, fysiotherapeuten, klinisch technologen, verloskundigen, verpleegkundigen en physician assistants.
Klagers kunnen een klacht indienen bij een van de Regionale Tuchtcolleges voor de Gezondheidszorg (RTG). Zij kunnen hierbij worden ondersteund door een tuchtklachtfunctionaris. De volgende personen of instanties zijn volgens de wet BIG bevoegd om te klagen:
de rechtstreeks belanghebbende (vaak de patiënt zelf, of diens nabestaanden);
degene die aan de beklaagde zorgverlener een opdracht heeft verstrekt;
de werkgever of het bestuur van een instelling waar de beklaagde zorgverlener werkzaam is;
de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).
Het RTG toetst de klacht aan twee ‘tuchtnormen’ uit de Wet BIG:
De eerste tuchtnorm1 betreft het handelen of nalaten in strijd met de zorg die de beroepsbeoefenaar behoort te verlenen. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld het stellen van een verkeerde of te late diagnose, het onvoldoende informeren van de patiënt over de behandeling, het voorschrijven van verkeerde medicijnen of het schenden van het beroepsgeheim. De beroepsbeoefenaar moet niet alleen zorgvuldig handelen ten opzichte van de patiënt, maar ook ten opzichte van diens familie.
De tweede tuchtnorm2 omvat ‘enig ander handelen of nalaten in strijd met hetgeen een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt’. Hieronder kunnen diverse zaken vallen waaronder verzekeringsfraude, het niet toelaten van een collega tot een waarneemregeling of onjuist optreden in de media.
Aan de hand van deze tuchtnormen bepaalt de tuchtrechter of het tuchtrecht van toepassing is en of de klacht gegrond is. Als het RTG de klacht gegrond verklaart, kan het verschillende maatregelen opleggen:
waarschuwing;
berisping;
geldboete van ten hoogste 4.500 euro;
(voorwaardelijke) schorsing van de inschrijving in het BIG-register voor maximaal 1 jaar;
gedeeltelijke ontzegging om het beroep uit te oefenen;
doorhaling in het BIG-register;
Bij een doorhaling kan het tuchtcollege ook een beroepsverbod opleggen, als ‘gedragingen van de beroepsbeoefenaar een gevaar kunnen opleveren voor de veiligheid van personen’. In dat geval mag de beroepsbeoefenaar op geen enkele wijze meer werkzaam zijn binnen de individuele gezondheidszorg.
Het RTG kan een klacht ook gegrond verklaren zonder een maatregel op te leggen. Bijvoorbeeld als de ernst van het handelen of nalaten beperkt is.
Alle beroepsbeperkende maatregelen worden standaard gepubliceerd. Dit geldt voor een (voorwaardelijke) schorsing van de inschrijving in het BIG-register, een gedeeltelijke ontzegging om het beroep uit te oefenen en een doorhaling in het BIG-register. Deze openbaarmaking vindt plaats via een aantekening in het BIG-register, een publicatie in de Staatscourant en in een of meer lokale dag- of weekbladen, en plaatsing op een lijst op de website van het BIG-register. Daarbij wordt de naam van de beroepsbeoefenaar vermeld en ook de maatregel en de aard van het ‘vergrijp’.
Als het nodig is voor het belang van de individuele gezondheidszorg, kan het tuchtcollege ook besluiten om een berisping of geldboete openbaar te maken.
Veel beslissingen van de tuchtcolleges staan geanonimiseerd op tuchtrecht.overheid.nl.
Het griffierecht voor klagers bedraagt 50 euro. De kosten voor juridische ondersteuning en eventueel voor het oproepen van getuigen en deskundigen, zijn in eerste instantie voor rekening van de partijen. Als de klacht gegrond wordt verklaard, kan het tuchtcollege bepalen dat de aangeklaagde arts ook de kosten van het geding moet betalen die de klager heeft moeten maken.
Duur van de procedure
Een procedure bij het RTG duurt gemiddeld zeven maanden.
Er kan hoger beroep tegen een beslissing van het Regionaal Tuchtcollege worden aangetekend bij het Centraal Tuchtcollege (CTG). De aangeklaagde zorgverlener en de IGJ zijn altijd bevoegd om in hoger beroep te gaan. De klager kan dit alleen doen als de klacht niet-ontvankelijk of ongegrond is verklaard. De klager kan geen hoger beroep instellen tegen de zwaarte van de maatregel. Het griffierecht voor het instellen van hoger beroep bedraagt 50 euro. De procedure bij het CTG duurt gemiddeld negen maanden.
1 Artikel 47 lid 1 onder a Wet BIG.
2 Artikel 47 lid 1 onder b Wet BIG.