Principes van het toezicht
Vanaf 2020 krijgen opleidingsorganisaties na een eerste visitatie een erkenning voor onbepaalde tijd, waarna ze regelmatig worden geëvalueerd. Dit is anders dan tot 1 januari 2020, toen de RGS elke 5 jaar middels een visitatiebezoek toetste of opleidingen aan de regels van het College Geneeskundige Specialismen (CGS) voldeden. Hierna volgde een erkenning voor 5 jaar. Hieronder leggen we uit wat de leidende principes zijn voor het toezicht zijn vanaf 2020.
Toezicht vanuit vertrouwen Bevorderen kwaliteit
Toezicht vanuit vertrouwen
De RGS houdt toezicht op de kwaliteit van de geneeskundige vervolgopleidingen. De nieuwe systematiek van erkenning en toezicht gaat uit van het vertrouwen dat opleidingsorganisaties en -professionals zelf de kwaliteit van de opleidingen kunnen bewaken en bevorderen. Dat betekent voor de toezichtsystematiek:
- Opleidingsorganisaties en -professionals krijgen een erkenning voor onbepaalde tijd.
- Van opleidingsorganisaties en – professionals wordt verwacht dat zij zelf continu actief de kwaliteit bewaken en bevorderen. Hier hebben zij dus een grotere verantwoordelijkheid in dan voor 2020.
- Opleidingsorganisaties en -professionals moeten te allen tijde kunnen aantonen dat deze kwaliteitsbewaking en -bevordering op orde is.
Standaard valt een erkende opleidingsorganisatie of -professional onder het reguliere toezicht. Zolang de kwaliteit van de opleiding en de kwaliteitsbewaking binnen de opleiding op niveau zijn en de instelling blijft voldoen aan de eisen uit het Kaderbesluit CGS, blijft de erkende opleidingsorganisatie of -professional onder het reguliere toezicht vallen. Voor het reguliere toezicht geldt:
- De RGS komt niet meer controleren of aan elke erkenningseis voldaan wordt. In deze wijze van toezicht komt de RGS evalueren om te kunnen inzien of de kwaliteit van de opleiding op niveau blijft en of de kwaliteitsbewaking en -bevordering op een juiste manier wordt ingevuld. (lees meer bij regulier toezicht)
Als er signalen zijn dat de kwaliteit van de opleiding of de kwaliteitsbewaking in de opleidingsorganisatie niet op orde is of als aan één of meerdere eisen uit het Kaderbesluit CGS niet voldaan wordt, dan kan de RGS een opleidingsorganisatie en opleidingsprofessional onder intensief toezicht plaatsen. Voor intensief toezicht geldt:
- De RGS gaat controlerend te werk om met elkaar scherp te krijgen waar de opleidingsorganisatie of -professional tekortschiet. (lees meer bij intensief toezicht)
Bevorderen kwaliteit
Kwaliteitsbewaking en -bevordering
Om te kunnen beoordelen of de kwaliteitsbewaking en -bevordering binnen een opleidingsorganisatie goed verlopen zijn er sinds 2020 nieuwe elementen aangebracht in de erkenningseisen en in de toezichtsystematiek.
- Een van de erkenningseisen is het hebben van een goed functionerende kwaliteitscyclus op zowel organisatie- als opleidingsniveau. (lees hierover meer bij eisen kwaliteitscyclus)
- De opleidingsorganisatie moet aantonen dat zij het kwaliteitssysteem voor de diverse vervolgopleidingen op orde heeft.
- Ieder cluster kent een eigen kwaliteitskader, dat is goedgekeurd door het CGS. Deze kwaliteitskaders bestaan om te zorgen dat we met elkaar in eenzelfde taal praten over de kwaliteit van de opleiding. De kwaliteitskaders zijn in de plaats gekomen van allerlei erkenningsverplichtingen die voorheen in de CGS-regelgeving stonden. De genoemde aspecten in het kwaliteitskader worden opgenomen als onderwerpen in de kwaliteitscyclus. De RGS gebruikt deze kaders tijdens regulier toezicht niet als checklist. Wel kan de RGS tijdens het regulier toezicht vragen om te rapporteren over de verbetering van een of meer aspecten die beschreven zijn in het kwaliteitskader. Pas wanneer het regulier toezicht overgaat in intensief toezicht gebruikt de RGS, naast de erkenningseisen, ook nadrukkelijk het kwaliteitskader om te beoordelen of en op welke gebieden de kwaliteit van de opleiding tekortschiet.
- De RGS kan daarnaast vanwege maatschappelijke ontwikkelingen of beleidsoverwegingen thema’s benoemen waar zij in haar toezicht extra aandacht aan besteedt. Van de opleidingsorganisaties wordt dan verwacht dat zij ook op deze thema’s ingaan in hun rapportages of bij evaluaties. We noemen dit ‘thematisch toezicht’.
Eisen kwaliteitscyclus
Het Kaderbesluit CGS schrijft niet in detail voor hoe de cyclus moet zijn ingericht. Elke opleidingsorganisatie is hier vrij in. Wel zijn er enkele basale randvoorwaarden die zijn vastgelegd in het kaderbesluit:
- a) De methodiek van de kwaliteitscyclus bestaat in ieder geval uit het verzamelen en analyseren van gegevens, een evaluatief gesprek tussen alle opleidingsactoren, een ontwikkelplan en de uitvoering daarvan. Het sluit aan bij de betreffende erkenningseisen en het betreffende kwaliteitskader.
- b) Alle betrokken opleidingsactoren dienen de gevraagde gegevens te leveren voor de kwaliteitscyclus.
- c) De opleidingsorganisaties informeren de bij de evaluatie betrokken opleidingsactoren over de resultaten en conclusies van de evaluatie, evenals het opgestelde ontwikkelplan.
- d) De uitkomsten van de kwaliteitscyclus worden verwerkt in het opleidingsplan en in de werkwijze van de opleidingsorganisaties zelf.
- e) De kwaliteitscyclus wordt ten minste elke twee jaar doorlopen.
Om te zorgen dat de kwaliteitscyclus passend kan worden ingericht voor elke specifieke opleidingsorganisatie is ervoor gekozen om geen voorbeeld kwaliteitscyclus te delen. Er is immers geen standaardvorm van een kwaliteitscyclus die passend is voor elk type opleidingsorganisatie.