Delen via

Toezicht

De RGS kent twee verschillende vormen van toezicht: regulier toezicht en intensief toezicht. Nadat de eerste erkenning is verleend is er sprake van een beginperiode waarin het toezicht is afgestemd op de eerste erkenning. Elke vorm van toezicht heeft zijn eigen bijbehorende toezichtsinstrumenten.

Regulier toezicht Intensief toezicht

Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten

Regulier toezicht

Het uitgangspunt van het toezicht van de RGS is het regulier toezicht. Hiermee monitort de RGS de kwaliteit van de opleiding zonder directe gevolgen voor de erkenning. Bij regulier toezicht gaat het erom dat de opleidingsorganisatie zichtbaar maakt hoe het staat met de kwaliteit van de betreffende opleiding en wat er gebeurt om de opleiding te verbeteren. Deze kwaliteitsverbetering is onderbouwd met concrete acties.

Na de eerste erkenning houdt de RGS regulier toezicht op de kwaliteit van de opleiding. Het toezicht begint met een evaluatiebezoek aan de organisatie binnen het eerste jaar nadat de eerste aios is gestart. Vervolgens houdt de RGS toezicht via rapportages die de opleidingsorganisatie ten minste eens per drie jaar indient. Ten minste elke vijf jaar wordt een evaluatiebezoek uitgevoerd. Tijdens regulier toezicht blijft de erkenning behouden en krijgt de opleidingsorganisatie eventueel enkele gerichte adviezen.

Periodieke rapportage

Ten minste elke drie jaar rapporteert de opleidingsorganisatie over de kwaliteit van de opleidingen, over de werking van de kwaliteitscyclus en over de verbeterpunten. Voor de meeste erkenningen vraagt de RGS om een tweejaarlijkse periodieke rapportage. Het gaat erom zichtbaar te maken hoe het staat met de kwaliteit van de betreffende opleiding(en) en wat er wordt gedaan om deze opleiding(en) te verbeteren, onderbouwd met concrete activiteiten. De rapportage gaat ten minste in op:

  1. de erkenningseisen uit het Kaderbesluit CGS en het betreffende specifieke besluit van het CGS; en
  2. de uitvoering, de werking en de uitkomst van de kwaliteitscyclus en het bijbehorende ontwikkelplan.

De aiossen en de wetenschappelijke vereniging krijgen de gelegenheid om zich vrijelijk uit te spreken over de kwaliteit van de opleiding.

Meer weten over de periodieke rapportage? Bekijk de gedetailleerde uitwerking per cluster:

Evaluatiebezoek

Om ervoor te zorgen dat het toezicht niet alleen gebaseerd is op schriftelijke informatie, vindt ook een evaluatiebezoek plaats. Het evaluatiebezoek is monitorend en adviserend van aard. Het is bedoeld om de organisatie een spiegel voor te houden. De focus ligt op het functioneren van het kwaliteitssysteem en de cultuur van verbetering binnen de opleiding. Hierbij wordt gekeken naar het adaptieve vermogen van de organisatie, de kritische grondhouding ten opzichte van het eigen functioneren, een veilig leerklimaat en de ontwikkelcultuur. Het evaluatiebezoek omvat in ieder geval een gesprek met aiossen (of een vertegenwoordiging daarvan) en de opleidingsprofessional(s).

In de verschillende clusters worden de evaluatiebezoeken op diverse manieren uitgevoerd.


Overige instrumenten tijdens het regulier toezicht

Indien er twijfels zijn over de kwaliteit van een opleiding kan de RGS op elk moment in het regulier toezicht overgaan tot:

  1. een verzoek aan de opleidingsorganisatie om aanvullende schriftelijke rapportage;
  2. één of meerdere nadere evaluatiebezoeken;

Dit heeft niet direct gevolgen voor de lopende erkenning. Pas na intensief toezicht kan de RGS besluiten om de erkenning te wijzigen.

Overzicht toezicht door de RGS

Hieronder vind je een interactief overzicht van de de toezichtsvormen die de RGS toepast, met de bijbehorende toezichtsinstrumenten. Klik op de verschillende onderdelen voor een toelichting.

Intensief toezicht

Bij de RGS kan een signaal binnenkomen over de kwaliteit van de opleiding, het opleidingsklimaat of dat de opleidingsorganisatie of -professional niet lijkt te voldoen aan één of meerdere erkenningseisen uit het Kaderbesluit CGS of specifiek besluit. Bijvoorbeeld door een melding uit het veld, tijdens een evaluatiebezoek of op basis van een rapportage. Daarnaast kunnen rapportages van een opleidingsorganisatie onvoldoende zijn of ontbreken, zelfs na een rappel van de RGS. Vindt de RGS in het reguliere toezicht tekortkomingen of treedt er geen verbetering op, dan kan de RGS overgaan tot intensief toezicht.

Het karakter van toezicht verandert zodra intensief toezicht wordt ingesteld. Bij intensief toezicht gaat de RGS controleren of de opleidingsorganisatie voldoet aan alle erkenningseisen en kan zij de aspecten uit het kwaliteitskader controleren. Om zicht te krijgen of en zo ja, waar de opleidingsorganisatie tekortschiet kan de RGS een rapportage opvragen of besluiten tot een visitatiebezoek. Dit gebeurt zo vaak als nodig geacht. Intensief toezicht kan leiden tot het wijzigen van de erkenning.

Intensief toezicht houdt in de meeste gevallen in dat de RGS de opleidingsorganisatie om aanvullende informatie vraagt en vervolgens een visitatie uitvoert. De aanvullende informatie moet bestaan uit een zelfevaluatie van de organisatie over de kwaliteit van de opleiding(en) en een nauwkeurige beoordeling van het functioneren aan de geldende erkenningseisen en het kwaliteitskader op detailniveau. Hoewel dit arbeidsintensief kan zijn, is het noodzakelijk om precies vast te stellen op welke kwaliteitsaspecten de opleiding tekortschiet. Als de RGS een duidelijk beeld heeft van het specifieke deel van de opleiding of organisatie waar er problemen zijn, kan zij bepalen dat de zelfevaluatie of toetsing beperkt wordt tot dat specifieke deel. Indien een organisatie de zelfevaluatie of toetsing niet adequaat kan uitvoeren, is dit op zichzelf al een duidelijk signaal dat de (kwaliteit van de) opleiding niet op orde is.

Als de opleiding niet voldoet

Blijkt tijdens intensief toezicht dat de opleiding aan één of meer erkenningseisen niet voldoet of dat op onderdelen de kwaliteit van de opleiding tekortschiet (kwaliteitskader), dan kan de RGS de erkenning van de opleidingsorganisatie of opleidingsprofessional omzetten naar een erkenning onder voorwaarden* voor een periode van maximaal twee jaar. De opleidingsorganisatie moet dan regelmatig rapporteren over de gestelde voorwaarden. Daarnaast kan de RGS overgaan tot het beperken van de erkenning voor maximaal één jaar. Deze beperking betreft zowel een verbod op het aannemen van nieuwe aiossen als het beperken van de periode waarin zittende aiossen hun opleiding mogen voorzetten, tot een maximum van zes maanden. In het uiterste geval kan de RGS de erkenning intrekken. Hierbij kan de RGS zelfs bepalen dat de opleidingsorganisatie een bepaalde periode niet in aanmerking komt voor een nieuwe erkenning.

Zie ook

Delen via

Terug naar boven
Uw browser wordt niet ondersteund. Sommige functies van deze site werken mogelijk niet correct. Wij adviseren u een andere browser te gebruiken.
Cookie instellingen aanpassen

Deze pagina maakt gebruik van cookies voor optimale werking van de website en kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik. Door verder gebruik te maken van deze website gaat u hiermee akkoord. Voor meer informatie over cookies zie onze cookieverklaring. disclaimer