Het principe van weldoen betekent dat je iemands welzijn (zoals gezondheid en welbevinden) actief moet bevorderen. Dat is immers het doel van de geneeskunde: goed doen voor je patiënten. Het gaat dus niet enkel om levensverlenging: ook de kwaliteit van leven doet er toe bij weldoen. Het verschil met het principe van niet-schaden is dat je bij weldoen actief moet handelen om het welzijn te bevorderen, terwijl je bij niet-schaden juist dingen moet laten die schadelijk zijn. Weldoen heeft natuurlijk grenzen: je hoeft niet alles op te geven om een willekeurige persoon te helpen. Als arts heb je wel een grotere plicht tot weldoen – bijvoorbeeld als iemand op straat in elkaar zakt - dan iemand die geen arts is.