Dossier / bijgewerkt: 29 oktober 2020
Een geneeskundige verklaring is een schriftelijke verklaring die een oordeel bevat over een patiënt en over de (medische) geschiktheid of ongeschiktheid van een patiënt om bepaalde dingen wel of niet te doen. Als behandelend arts mag je geen geneeskundige verklaring afgeven over eigen patiënten.
Geneeskundige verklaringen beoordelen of iemand in staat is om te werken, een auto te besturen, naar school te gaan, goed voor de kinderen te zorgen. Maar ook: is terecht een geboekte reis geannuleerd of heeft iemand recht op een parkeervergunning of aangepaste woonruimte?
Een geneeskundige verklaring mag alleen worden afgegeven door een onafhankelijke arts. Deze arts kan een onafhankelijke beoordeling maken van de situatie. In veel gevallen is het verstandig de patiënt te verwijzen naar een arts die de criteria kent voor het toewijzen van de desbetreffende voorziening. Als dat nodig is, kan die arts, met de toestemming van de patiënt, extra informatie bij jou opvragen bij en/of andere behandelend artsen.
Als behandelend arts moet je je kunnen concentreren op de behandeling. Een goede vertrouwensrelatie met de patiënt is daarvoor belangrijk. Die vertrouwensrelatie kan onder druk komen te staan wanneer je een voor de patiënt ongunstig oordeel geeft en er een belangenconflict ontstaat.
Het voorkomt dat de patiënt vanuit persoonlijke belangen niet alle informatie met je deelt die noodzakelijk is voor zijn behandeling en/of toewijzing van de voorziening.
Als behandelend arts ben je niet altijd op de hoogte van de criteria die bepalen of een voorziening kan worden toegewezen, of de vaardigheden die nodig zijn om bepaalde dingen te doen. Het is daarom ook in het belang van de patiënt dat de arts die de geneeskundige verklaring afgeeft, goed weet welke zaken wel en niet van belang zijn voor de beoordeling.
U kunt uw patiënt adviseren het volgende te doen:
navraag te doen bij de instantie die van hem een geneeskundige verklaring vraagt of hij niet kan volstaan met een verklaring van hemzelf over zijn gezondheidstoestand, eventueel in de vorm van een in te vullen vragenlijst;
een afschrift van zijn medisch dossier waarin bepaalde belangrijke feiten over zijn gezondheidstoestand staan vermeld (bijvoorbeeld de uitslag van een looptest, de uitslag van een meting van diens gezichtsvermogen etc.) te verstrekken aan de instantie die een geneeskundige verklaring vraagt;
contact te zoeken met een ter zake deskundige arts waarbij die patiënt niet onder behandeling staat. Deze arts kan met toestemming van de patiënt ook feitelijke informatie over zijn gezondheidstoestand bij jou of een andere behandelend arts opvragen en deze informatie bij zijn beoordeling betrekken;
de instantie die van hem een geneeskundige verklaring verlangt, te vragen om een onafhankelijke arts voor hem te regelen.
Om patiënten uit te leggen waarom je als behandelend arts geen verklaring kan afgeven, biedt de KNMG uitleg in verschillende talen die je aan je patiënt kunt meegeven. Deze is beschikbaar in het Nederlands, Engels, Duits, Frans, Spaans, Turks, Marokkaans Arabisch en Pools. De documenten zijn hieronder te downloaden.
Mijn patiënte wil graag een verklaring van mij omdat ze wegens rugklachten niet meer in staat is om naar de sportschool te gaan. Daarmee kan ze haar jaarabonnement bij de sportschool tussentijds opzeggen. Mag ik deze verklaring afgeven?
Nee, u mag deze verklaring niet afgeven. Wel kunt u aangeven dat uw patiënte rugklachten heeft, maar niet dat zij hierdoor niet in staat is te sporten. Als u dit zou verklaren, geeft u namelijk een oordeel over de (medische) (on)geschiktheid van uw patiënte om te sporten. Dit kunt u beter overlaten aan een onafhankelijke arts met specifieke deskundigheid op dit terrein.
In een geneeskundige verklaring geeft een arts schriftelijk, meestal op verzoek van een patiënt of zijn vertegenwoordiger, een op medische gegevens gebaseerd waardeoordeel met betrekking tot de patiënt en diens gezondheidstoestand. De KNMG heeft als standpunt dat een behandelend arts geen geneeskundige verklaringen over eigen patiënten mag afgeven. Dit standpunt wordt gesteund door de tuchtrechter.
Het geven van een waardeoordeel, dat een ander doel dient dan behandeling of begeleiding, moet objectief en deskundig gebeuren. Dat kan het best door een onafhankelijke arts met deskundigheid op het specifieke medische terrein. Een behandelend arts wordt niet geacht objectief te zijn ten opzichte van zijn patiënt. Daarnaast beschikt een behandelend arts vaak niet over de specifieke deskundigheid die nodig is voor het geven van een waardeoordeel. Ook is de arts veelal niet op de hoogte van de medische criteria waaraan de instantie die de verklaring nodig heeft, toetst.
Ook is belangrijk dat zo wordt voorkomen dat de vertrouwensrelatie tussen de patiënt en de arts mogelijk wordt geschaad. Deze relatie kan immers worden aangetast als het oordeel van de eigen arts niet gunstig is voor zijn patiënt.
Met gerichte toestemming van de patiënt mag u feitelijke medische gegevens verstrekken. Het is dus toegestaan om (voor zover u dat feitelijk heeft vastgesteld) aan te geven dat uw patiënte rugklachten heeft. Het is vervolgens aan de eigenaar van de sportschool om te oordelen of dit voldoende reden is om tot restitutie van het jaarabonnement over te gaan.
Op de 'Eigen Verklaring' voor aanvraag van een rijbewijs dient de aanvrager aan de voorzijde zelf een aantal medische vragen te beantwoorden met ja of nee. Indien de aanvrager één of meer van de vragen met 'ja' beantwoordt, moet de aanvrager volgens de toelichting bij het formulier naar een arts. Deze arts kan dan in het vak aantekeningen/opmerkingen aan de achterzijde van het formulier aard en ernst van de aandoening of afwijkingen invullen.
Dit vak kan voorzover er in het medisch dossier van de aanvrager relevante recente feitelijke medische informatie aanwezig is ook door de behandelend arts worden ingevuld; bijvoorbeeld met informatie over de diagnose en de vraag of er recent onderzoek is geweest en wat hiervan de uitslag is. Uiteraard verstrekt de behandelend arts deze feitelijke medische informatie alleen met toestemming van de patiënt. Een oordeel over rijgeschiktheid van de aanvrager mag een behandelend arts niet geven. (Zie voor de achtergronden hierna in de toelichting.)
De 'Eigen Verklaring met Geneeskundig verslag' - dat wil zeggen het geneeskundig verslag voor de rijbewijskeuring van ouderen - en de 'Eigen Verklaring CDE' bevatten aan de achterzijde vragen, waarin bij de beantwoording door de arts een oordeel moet worden gegeven over de geschiktheid van de aanvrager voor het besturen van motorrijtuigen. Ook moet worden aangegeven of er vermoedens zijn, die wijzen op de ongeschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen.
De beantwoording van deze vragen betekent het geven van een waardeoordeel. Deze 'Eigen Verklaringen met Geneeskundig verslag' en de 'Eigen Verklaring CDE' mogen dus niet door een behandelend arts worden in- c.q. aangevuld (zie voor de achtergronden hierna de toelichting). De invulling van het 'Geneeskundig verslag voor de rijbewijskeuring van ouderen’ dient te geschieden door een onafhankelijk (huis-)arts. Het 'Geneeskundig verslag voor de rijbewijskeuring CDE' moet worden ingevuld door een arts van een Arbodienst.
Voor alle duidelijkheid: op alle Eigen Verklaringen tekent de aanvrager voor de juistheid van de antwoorden op de vragen aan de voorzijde. De arts tekent en is verantwoordelijk voor de juistheid van de door de arts ingevulde gegevens aan de achterzijde.
De KNMG Richtlijnen bepalen dat een behandelend arts geen verklaringen afgeeft over een eigen patiënt, waarbij hij/zij een oordeel geeft over de (medische) geschiktheid of ongeschiktheid van een patiënt om bepaalde dingen wel of niet te doen. Een voorbeeld hiervan is het beoordelen van de vraag of iemand in staat is een auto te besturen.
Een geneeskundige verklaring met een waardeoordeel over een belang dat is gelegen buiten de behandeling van een patiënt vraagt om een onafhankelijk medisch oordeel. Een behandelend arts wordt geacht hiervoor niet voldoende objectief te zijn, gezien de vertrouwensrelatie met de patiënt. Ook wordt met deze regel voorkomen dat de vertrouwensrelatie, die in de behandelrelatie tussen arts en patiënt zo belangrijk is, in gevaar komt, als de arts tot een voor de patiënt onwelgevallig oordeel komt.
Geneeskundige verklaringen waarin een oordeel wordt gevraagd mogen daarom alleen worden afgegeven door een onafhankelijke arts, deskundig ten aanzien van de vraagstelling.
Mijn patiënt gaat op vakantie en vraagt mij een zogenaamde Schengenverklaring in te vullen voor de Ritalin die ik heb voorgeschreven. Moet of mag ik dat als behandelend arts doen?
Ja. Bij gebruik van medicatie vallend onder de Opiumwet vereist het Schengenverdrag dat deze patiënten op reis binnen het Schengengebied een 'verklaring' bij zich dragen waaruit blijkt dat een arts hen het gebruik van die medicijnen heeft voorgeschreven. Meer informatie is te vinden op de website van het CAK. Dat geldt voor onder andere sterke pijnstillers, medicinale cannabis en ook voor Ritalin. De verklaring voorkomt dat patiënten op reis (juridische) problemen krijgt, als bij hen deze middelen vallend onder de opiumwetgeving worden aangetroffen. De verklaring wordt ondertekend door de voorschrijvend arts en gewaarmerkt door het CAK. Hij is dertig dagen geldig.
Het is een behandelend arts volgens de KNMG-regels inzake het omgaan met medische gegevens verboden om voor zijn of haar eigen patiënten een zogenaamde 'geneeskundige verklaring' af te geven. Voorbeelden hiervan zijn verklaringen, waarin een arts aangeeft of een patiënt wel of niet in staat is auto te rijden, te werken, een rechtszitting bij te wonen of in aanmerking komt voor een invalidenparkeervergunning. Een geneeskundige verklaring is dus een verklaring waarin een arts op verzoek van de patiënt of een derde een waardeoordeel geeft over een belang dat is gelegen buiten de medische behandeling of begeleiding van die patiënt.
Een behandelend arts mag met toestemming van de patiënt wel feitelijke medische informatie verstrekken. Feitelijke medische informatie, is informatie die de facto ook in het dossier van de patiënt vermeld staat. Bijvoorbeeld dat bij een patiënt een bepaalde diagnose is gesteld of dat de arts aan de patiënt bepaalde medicatie heeft voorgeschreven.
Alhoewel de term ‘verklaring’ in de term Schengenverklaring misschien anders doet vermoeden, verstrekken artsen met de verklaring slechts feitelijke medische informatie: uit het dossier blijkt immers als het goed is ook dat de medicatie door hen is voorgeschreven. In het algemeen dient de voorschrijvend arts de verklaring op verzoek van de patiënt dan ook op basis van de gegevens uit het dossier in te vullen. De patiënt heeft op grond van de WGBO immers ook recht op inzage in en afschrift van zijn dossier.