Euthanasie betekent dat een arts het leven van een patiënt op diens verzoek actief beëindigt. Dit komt ongeveer zesduizend keer per jaar voor, in veel gevallen bij patiënten die lijden aan kanker. Euthanasie mag alleen als de patiënt een vrijwillig en weloverwogen verzoek doet, uitzichtloos en ondraaglijk lijdt, goed is voorgelicht en er geen redelijke alternatieven zijn. De arts moet zich daarbij houden aan zes zorgvuldigheidscriteria die beschreven zijn in de euthanasiewet.
Je bent als arts niet verplicht om euthanasie uit te voeren. Een patiënt heeft ook geen recht op euthanasie. Wel moet je een verzoek om euthanasie altijd serieus nemen en de patiënt naar een andere arts doorverwijzen als je zelf geen euthanasie wilt uitvoeren.
Euthanasie is voor een arts nooit eenvoudig. Bijzonder moeilijk is het, als het verzoek komt van een psychiatrische patiënt, een patiënt met dementie, of iemand met een stapeling van ouderdomsklachten. Deze verzoeken vragen om extra behoedzaamheid van de arts.
Je leest hier meer over in het webdossier euthanasie van de KNMG en op de website van de Regionale Toetsingscommissie Euthanasie.