Palliatieve sedatie betekent dat de patiënt in de laatste fase van zijn leven in slaap wordt gebracht. Een arts kan hier bijvoorbeeld toe overgaan omdat de patiënt veel pijn heeft, uitgeput of benauwd is.
Met sedatie wordt het leven niet bekort, zoals bij euthanasie. De patiënt overlijdt immers aan de onderliggende ziekte, niet aan de sedatie. Volgens de professionele standaard is palliatieve sedatie alleen toegestaan als de patiënt twee weken of minder te leven heeft en ernstig lijdt aan bijvoorbeeld pijn of benauwdheid. Tijdens de sedatie wordt geen vocht of voeding meer toegediend.
Bij palliatieve sedatie kunnen zich verschillende vragen voordoen. Bijvoorbeeld of zeker is dat de levensverwachting maximaal twee weken is. En of het lijden van de patiënt ernstig genoeg is om tot sedatie over te gaan. Daarnaast kun je als arts te maken krijgen met familieleden van de patiënt die aandringen op sedatie. De beslissing om tot sedatie over te gaan is echter altijd aan de arts en niet aan de familie of de patiënt. Natuurlijk betrek je de patiënt en zijn familie wel in de besluitvorming.
Lees meer over dit onderwerp in het webdossier palliatieve sedatie van de KNMG, bekijk de KNMG-richtlijn Palliatieve sedatie of lees de samenvatting daarvan op zakformaat.